Terug naar overzicht

Zomerreeks #17: Eva von Redecker: ‘Bleibefreiheit’ – over vrijheid en tijd


Eigenlijk had ik mijn redactiegenoten beloofd een blog te schrijven over een ‘great book’ van Martha Nussbaum, Creating Capabilities. Daarin werkt zij, voortbouwend op het werk van Amartya Sen, een theorie uit over de capaciteiten die nodig zijn voor een fulfilling life. Op vakantie raakte ik echter in de ban van het nieuwe boek van de Duitse filosofe Eva von Redecker. Bleibefreiheit verscheen in mei 2023, en of dit een ‘klassieker’ gaat worden, zal de tijd moeten leren. En laat dat nu precies zijn wat Von Redecker bepleit als het gaat om vrijheid, namelijk dat we die niet op een geïsoleerd moment, maar ‘over tijd’ moeten begrijpen.

Bij ‘Bleibefreiheit’, de vrijheid om te blijven, schieten meteen een aantal beelden te binnen. De vluchteling die na een lange reis, ergens aankomt en mag blijven. De bewoners die, ondanks de macht van projectontwikkelaars die een slaatje willen slaan uit hun misère, niet hoeven te verhuizen. Wijzelf, onze kinderen en kleinkinderen, in een gezonde leefomgeving, een wereld waarin wij kunnen blijven.

Hier gaat het boek van Van Redecker over. Maar niet alleen, of niet helemaal. Haar verhaal over de vrijheid om te blijven is gelaagder dan de beschreven beelden doen vermoeden, en gaat in de kern meer over de relatie tussen vrijheid en tijd, dan over ‘blijven’ als zodanig. De tekst prikkelt en raakt aan tal van (rechtsstatelijke) vraagstukken die aandacht behoeven, waaronder naast klimaat en migratie ook zorg en politiek. Reden genoeg om de ruimte die dit blog biedt te benutten voor een bespreking, inclusief enkele discussiepunten.

Een vrijheidsparadox

Op de eerste pagina’s schrijft Von Redecker over het terugkerende ‘feest’ dat bestaat uit het arriveren van de zwaluwen. Over hoe zij tijdens de pandemie niet naar de VS kon reizen om een reeks lezingen te geven, en werd overvallen door een gevoel van vrijheid toen ze thuis moest blijven en ineens een lege agenda had. Juist op dat moment kwamen de zwaluwen aan.

Von Redecker zet Bleibefreiheit af tegen bewegingsvrijheid, het startpunt van het liberale vrijheidsdenken. We zijn vrij te doen wat we willen binnen een bepaalde ruimte, zo lang we anderen niet schaden. Maar dit verlangt wel steeds een afbakening van die ruimte, en heeft de pandemie niet laten zien dat onze daadwerkelijk vrije ruimte heel beperkt is – als zelfs ademen zonder mondmasker schade kan toebrengen? Ook als ons begrip van vrijheid vooral leidt tot verwoede pogingen tot instandhouding daarvan, bijvoorbeeld door het versterken van grenzen, kun je je afvragen hoe vrij we werkelijk zijn.

Met Bleibefreiheit wil Von Redecker hier iets tegenover te zetten. Niet door beweging te verbieden – ze benadrukt dat vrijheid om te blijven pas vrijheid is als die ook de mogelijkheid om te vertrekken inhoudt. Wel wil zij af van het gebakkelei over waar een ruimtelijke afbakening zich moet bevinden, en probeert vrijheid daarom in plaats van räumlich (ruimtelijk), zeitlich (in de tijd) te denken.

Een overvloed aan (eindige) tijd

Denken we überhaupt aan tijd als we het hebben over vrijheid? Het ‘Besitzindividualismus’ waar ons hedendaagse vrijheidsbegrip van doordrongen is, wordt volgens Von Redecker niet gekenmerkt door de afwezigheid van iets – zoals we ‘negatieve’ vrijheid vaak kenmerken. Het staat of valt namelijk met (absolute) eigendomsaanspraken (inclusief fantoombezit). Ook het eigen leven en lichaam gelden als eigendomsobject, dat enkel door de rechtmatige eigenaar bewogen mag worden. Dit gebeurt steeds in het moment: hoeveel bewegingsruimte heb ik nu? De vraag of deze momenten tezamen tot een zinvol leven leiden, wordt niet gesteld. ‘De koppeling aan eigendom katapulteert de vrijheid uit de tijd.’

De liberale vrijheidsopvatting verdringt zo de dood, terwijl een vrijheidsbegrip dat uitstijgt boven het moment, niet om de realiteit heen kan dat onze levenstijd eindig is. Om te beginnen verlangt Bleibefreiheit dan dat er voldoende (levens)tijd (Zeitfülle) is, die niet onnodig vroeg tot een einde komt. Maar dan alsnog blijft de vraag hoe we in het licht van deze eindigheid, in de tijd vrijheid vinden. 

Erfüllte Zeit – gevulde tijd

Blijven alleen is nog geen vrijheid, van belang is ook wat we met onze tijd doen. Volgens Simone de Beauvoir zit vrijheid in het handelen volgens een eigen plan – in het licht waarvan we ons uiteindelijk bij onze dood moeten verantwoorden. Hannah Arendt daarentegen, legt bij het zin geven aan de tijdspanne tussen geboorte en dood de nadruk op dat eerste, en daarbij op het feit dat wij steeds opnieuw geboren kunnen worden. Haar begrip van nataliteit houdt in dat de mens in staat is initiatieven te ontplooien, te handelen. Tijd is zo bezien niet lineair, maar wordt onderbroken en ‘gevuld’ door talloze beginpunten: ‘Iets beginnen met het leven. Als dat mogelijk is, zit ook in blijven vrijheid.’

Natuurlijk moet er tijd zijn om te doen en laten wat we willen; tegelijkertijd behoort tijd ons volgens Von Redecker niet exclusief toe, we delen hem met anderen, vullen hem niet alleen. Zij weerspreekt bovendien dat we vrij worden geboren, zoals te lezen is in artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Ook om überhaupt vrij te worden, hebben we anderen nodig. Als ultiem voorbeeld bespreekt ze de Generalstreik – een algehele staking, het gezamenlijk stilzetten van de tijd om met dat bijeenkomen politieke, erfüllte tijd te creëren.

Een volle tijd, een volle wereld

Terug naar de zwaluwen. Het laatste aspect van Von Redecker’s vrijheidsbegrip gaat over volle tijd, of eigenlijk over een volle wereld. Bevrijding door te ‘beginnen’ zit ook in het opnieuw vormgeven van onze relatie met de wereld. Om dat uit te leggen grijpt Von Redecker terug op het werk van Luisa Muraro, een Italiaanse filosofe die de rol van de ‘moeder’ benadrukt, die de mens het leven en de taal schenkt, co-creativiteit mogelijk maakt. Moeder staat tussen aanhalingstekens, omdat het niet hoeft te gaan om een bepaald persoon; uiteindelijk gaat het erom dat de bron van onze vrijheid buiten onszelf ligt. Daaruit kunnen we ook een idee van ecologische vrijheid afleiden: ‘De buiten ons liggende voorwaarden voor vrijheid zijn voor die vrijheid van wezenlijk belang … We zijn niet in de natuur vrij, maar met haar.’

De wereld bestaat uit tijd, uit kringlopen en getijden, zwaluwen die komen en gaan. Met het wegvallen daarvan, vermindert ook onze tijd – de volheid van de wereld waarin de mens als middelpunt kan fungeren. Hoe voller die wereld, hoe vrijer we zijn: ‘Niet simpelweg omdat er “meer” is, maar omdat alles elkaar draagt’. Dit brengt Von Redecker op het belang van zorg en regeneratie, voor en van natuur en de mens.

Is het niet gek dat ons individuele, ruimtelijke idee van vrijheid anno nu terug te voeren is op het werk van denkers dat ontstond lang voor we wisten hoe belangrijk de bodem, de gevarieerde wereld is voor ons leven? Bleibefreiheit verlangt een veelheid aan tijd, gevulde tijd en een volle wereld – juist uit die overvloed is onze vrijheid gemaakt.

Discussie

Een oppervlakkige blik op dit boek leidt gemakkelijk tot misverstanden. ‘We mogen dus niet meer reizen’, is een van de karikaturen die ervan kan worden gemaakt. Maar het klopt dat het doordenken van Von Redecker’s studie naar vrijheid, uitmondt in een pleidooi voor socialisme. Het daadwerkelijk verwezenlijken van Bleibefreiheit is niet slechts radicaal als het gaat om grenzen (die moeten verdwijnen), en in dit opzicht is de kritiek dat haar werkt vooral diegenen aanspreekt, die al overtuigd zijn van de nood aan systeemverandering, wellicht terecht.

Toch zou dat zonde zijn. Beweerd kan worden dat ook Von Redecker werkt met een karikatuur, of althans een toch wat beperkte opvatting van wat liberale vrijheid inhoudt (eigendom en beweging), die vervolgens kaarsrecht tegenover Bleibefreiheit wordt geplaatst. Bestaat er niet ook een toegevoegde waarde van het denken over vrijheid als iets wat zeitlich kan worden begrepen, daar waar het liberalisme notoir ongrijpbaar is en we haar radicaliteit in dit opzicht serieus willen nemen. ‘Een politiek begrip van vrijheid impliceert het ter discussie stellen van traditionele vrijheidsopvattingen in naam van de vrijheid’, aldus Christoph Möllers. Daarbij is Bleibefreiheit zonder twijfel relevant. Maar ook als het gaat om hoe wij zelf tegen onze eigen vrijheid aankijken: het besef dat vrijheid zich ook aftekent in de mogelijkheid te blijven, in het leiden van een lang leven vol mogelijkheden tot handelen, gevormd door en met anderen. Waarin ook het cyclische dat vaak als minderwaardig wordt bestempeld, namelijk zorg en regeneratie, in harmonie met de wereld, er mag – moet! – zijn.

Of hebben we het dan eigenlijk over het streven naar een fulfilling life (vgl. Nussbaum), naar ‘geluk’? Waarom moet dit per se gaan over het  ‘nieuw’ denken van ons vrijheidsbegrip, zoals Von Redecker’s in de kern fenomenologische studie poogt te doen? Een reden dat wel te willen is denk ik de volgende: in het politieke discours speelt ‘vrijheid’ nog steeds een centrale rol, maar niet in de laatste plaats in het verhaal van diegenen die dit inderdaad opvatten als een individuele en door eigendom gestutte (bewegings)vrijheid, die voor de staat en/of ‘de ander’ beperkt ruimte laat. Daartegenover een verhaal zetten waarin slechts sprake is van ‘verlies’, van ‘minderen’ en ‘offers’, voor de publieke gezondheid of het klimaat, doet een toekomstbestendige politiek tekort. Dat ervaren vrijheid niet alleen bestaat uit ‘sneller en meer’, weten ongetwijfeld meer mensen dan Von Redecker’s tegenstelling lijkt te willen toegeven. Het begrip vrijheid vaker en explicieter – met een tijdelijke dimensie – uit te breiden, kan in dit licht hoopgevend zijn.

Mijn fascinatie voor dit boek betreft ook het evidente verband met de theorie en praktijk van grondrechten. Von Redecker gaat hier ook op in als ze verwijst naar de klimaatuitspraak van het Bundesverfassungsgericht uit 2021, waarin de ‘intertemporale Freiheitssicherung’ werd opgevoerd om ook de belangen van toekomstige generaties een plek te geven. Von Redecker bekritiseert dat het daarbij nog steeds gaat over de negatieve vrijheidsrechten van die toekomstige generaties, maar erkent tegelijkertijd dat het Duitse Constitutionele Hof ‘aus guten Grunde nicht für eine vollständige Revision des verfassungsmäßigen Freiheitsverständnisses zuständig [ist]’, en het hiermee al een hele sprong heeft gewaagd. Niettemin zou het interessant zijn te onderzoeken waar en in hoeverre grondrechten ruimte (kunnen) bieden voor de aspecten van aan tijd gekoppelde vrijheid die Von Redecker zo trefzeker neerzet.

Een kritische recensie van Bleibefreiheit in Zeit Online kopt: ‘Totalitäres Biedermeier’. Het boek zou een zweem hebben van de burgerlijke levens- en denkwijze waarin huiselijkheid en familie de boventoon voeren, en politiek vermeden werd. Misschien komt dat door de centrale rol voor (thuis) blijven, de sociale omgeving, regeneratie en natuur – of door het gevoelde ‘vervangen’ van de ene opvatting van vrijheid door de andere. Maar apolitiek is de vrijheid die Von Redecker beschrijft allerminst. Omdat het private vaak wel degelijk politiek is, maar ook nu haar vrijheidsbegrip juist staat of valt met het handelen waardoor we als mens midden in de wereld komen te staan. Arendt’s publieke, politieke vrijheid – een politiek leven te leiden – wordt in Bleibefreiheit vooral gethematiseerd in de bespreking van de ‘algehele staking’. Maar ook ‘alledaagse’ politiek is waar nataliteit en handelen voor nodig zijn, evenals de tijd om daartoe in staat te zijn. Iets waar het velen aan ontbreekt. En dan heb ik het niet alleen over wie wordt opgeslokt door het genieten van zijn ‘vrijheid-in-het-moment’,  maar juist ook over wie vanwege een gebrek aan bestaanszekerheid niet verder kan denken dan het einde van de maand, of wordt opgeslokt door zorgtaken die ogenschijnlijk met niemand kunnen worden gedeeld.

Zit hem in de vrijheid daadwerkelijk onderdeel uit te maken van een politieke gemeenschap – als alternatief voor een individueel ‘vrij zijn van inmenging door de staat’ – misschien ook de sleutel tot meer Bleibefreiheit als onderdeel van een liberale rechtsstaat? In die zin dat hoe meer mensen ook daar de tijd voor hebben, hoe groter de kans is dat de tijd zich vermenigvuldigt, enkel voller wordt, en we kunnen blijven, zonder dat daar enige vorm van totalitarisme voor nodig is.

 

Bleibefreiheit is door de vele anekdotes en beeldende stijl goed te lezen – ook voor wie ‘filosofie in het Duits’ (niet Duits als zodanig) afschrikt. Intussen zijn de Nederlandse rechten op het boek bovendien verkocht.

 

Over de auteurs

Ingrid Leijten

Ingrid Leijten is hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht aan Tilburg University

Reacties

Andere blogs uit deze reeks
Zomerreeks Great books
Zomerreeks 16: ‘Taking Rights Seriously’ in ‘Law’s Empire’
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #15: De weerbare rechtsstaat in het licht van Ernst Fraenkel’s ‘Doppelstaat’
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #14: Onrechtvaardigheid bestrijden als kerntaak van de democratische rechtsstaat: een inleiding tot Judith Shklars The Faces of Injustice
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #13: The Concept of Law – H.L.A. Hart
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #12: Waarom Walter van Gervens “Het beleid van de Rechter” na 50 jaar verplichte literatuur blijft
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #11: Hugo De Groot, een jeugdige vader van het moderne recht?
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #10: Paul Kahn’s ‘The Cultural Study of Law’: constitutionele cultuur en de methodologie van het Nederlandse publiekrecht
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #9: Alexis de Tocqueville, Over de democratie in Amerika (1830, 1835): een must voor iedereen die de publieke zaak aan het hart gaat
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #8: Introduction to the study of The Law of the Constitution – A.V. Dicey
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #7: De Openbaring
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #6: Van der Hoeven over de normatieve kracht van de Grondwet
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #5: 50 jaar ‘Het Beleid van de Rechter’ van Walter van Gerven
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #4: Johann Gottfried Herder, een dwarse constitutionalist uit de 18e eeuw
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #3: Habermas’ Faktizität und Geltung en de milieucrises
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #2: Het volk op de barricaden: Sieyès’ ‘Wat is de derde stand?’
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #1: Over vrijheid van Mill en over vrijheid van meningsuiting in Nederland