#20: Kallocaïne – Karin Boye
In Nederland kent vrijwel niemand dit favoriete boek van mij, zelfs niet mensen die ik tot échte boekenlezers reken, en ook niet liefhebbers van sciencefiction en dystopische literatuur. Het is daarom een ideaal verjaardagscadeau, waarbij goede sier verzekerd is: literatuur met een hoofdletter L, een spannend verhaal én tegelijkertijd een politiek-filosofische kritiek op totalitarisme, over een stofje waardoor je niet meer kunt liegen. Wat wil je nog meer! Naar verluidt is het boek in Zweden wél beroemd. De schrijfster, Karin Boye, is daar een nationaal literair icoon en een vast onderdeel van de verplichte leeslijsten op school, vooral als dichteres, maar zeker ook als auteur van dit boek.
In 2019 werd het opnieuw in Nederlandse vertaling uitgegeven door Uitgeverij Koppernik en in de markt gezet als geschikt voor lezers die 1984 van George Orwell waarderen. Dat klopt wel, al zou het, als je naar de verschijningsdata kijkt, misschien juister zijn te zeggen dat 1984 geschikt is voor lezers die Kallocaïne waarderen. Kallocaïne, waarover dit blog gaat, verscheen namelijk in 1940, 1984 pas in 1949. Ik ben er bovendien persoonlijk vrij zeker van dat Orwells boek geïnspireerd is op dat van Boye, hoewel daar geen bewijs voor bestaat. Hij heeft bijvoorbeeld nooit naar haar verwezen of haar genoemd in werk of correspondentie, zoals hij dat wel deed met het dystopische boekWij van de Russische romancier Jevgeni Zamjatin (1920). Daarnaast verscheen de Engelse vertaling van Kallocaïne pas in 1949, het jaar waarin 1984 uitkwam, dus nadat Orwell al jaren aan zijn roman werkte. En toch, zou ik zeggen, kan het haast niet anders dan dat hij het boek las, of erover las of hoorde, en er inspiratie uit putte. Wat men ook beweert: I will die on this hill, zoals de Engelsen zeggen.
De overeenkomsten zijn in ieder geval talrijk: onder meer het perspectief van een staatsfunctionaris, het constante afluisteren van iedereen met behulp van apparatuur in alle huizen, de manieren waarop iedere vorm van intieme relatie — inclusief ouder-kindrelaties — wordt ondermijnd, en de weergave van rituele publieke bijeenkomsten. Het zou natuurlijk kunnen dat het totalitarisme van de Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland zowel Orwell als Boye parallel en onafhankelijk van elkaar tot boeken met dergelijke overeenkomsten hebben geïnspireerd. Maar het ligt meer voor de hand dat Orwell Boye toch op een of andere manier kende. Dit is overigens geen beschuldiging aan het adres van Orwell, want er zijn ook voldoende verschillen, maar mocht ik gelijk hebben, dan zou erkenning van een van de weinige vrouwelijke auteurs van dergelijke anti-totalitaire boeken op zijn plaats zijn geweest.
Ik laat het los. Kallocaïne van Karin Boye dus. Het boek handelt over een totalitair rijk genaamd ‘Wereldstaat’, waarvan alle inwoners onder constante surveillance staan, door de staat maar ook zeker door elkaar. Het verhaal wordt verteld via het dagboek van Leo Kall, uit wiens ogen je het regime en de maatschappij leert kennen. Kall is een lulletje rozenwater, nauwelijks te betrappen op een originele of kritische gedachte. Hij is vooral bezig met prestige, zijn eigen hachje en ongegronde vrees, zoals dat zijn vrouw zou vreemdgaan. Kall is ook wetenschapper en er recent in geslaagd een goedje te creëren dat hij Kallocaïne doopt. Hij heeft ontdekt dat mensen, nadat ze dit met een injectiespuit toegediend krijgen, een paar minuten alle vragen die aan hen gesteld worden naar waarheid beantwoorden. Een paar minuten is niet lang, maar meer dan voldoende om medeburgers (die elkaar aanduiden als ‘medesoldaten’) met sceptische of zelfs vijandige gedachten over het regime te ontmaskeren.
Een flink deel van het boek beslaat experimenten die Kall met zijn collega Rissen uitvoert op medesoldaten. De opzet van die experimenten is bijvoorbeeld dat iemand gesommeerd wordt aan zijn huwelijkspartner te vertellen dat hij of zij onderdeel is van het illegale verzet. Als de partner in kwestie de volgende ochtend niet direct naar de politie stapt, volgt arrestatie en een dosis Kallocaïne om te vertellen waarom er niet geklikt is. Een van de meest hartverscheurende scènes uit het boek beschrijft een vrouw die na het toedienen van het waarheidsserum gelukzalig begint te stralen en vertelt dat ze, na een leven vol twijfel, nu eindelijk weet ‘dat haar man echt van haar houdt’, omdat hij haar in vertrouwen een levensgevaarlijk geheim heeft verteld.
Het boek van Boye schittert in het laten zien wat totalitarisme met sociale relaties doet, veel meer en beter dan de meeste andere dystopische boeken, waarvan personages vaak eendimensionaal zijn en hun relaties en beweegredenen weinig complex. Bij Boye worden kinderen door het regime vaak bij hun ouders weggehaald en op kostscholen en kampen gezet; op hun achttiende verhuizen ze zelfs verplicht naar een ander district en wordt het contact met ouders verbroken. Dit alles moet bovendien gevierd worden, waarbij nauwlettend in de gaten gehouden wordt of de moeders wel lachen en dansen. Vriendschap bestaat niet, stellen vertrouwen elkaar niet en gaan koel met elkaar om. Boye slaagt er niet alleen in te beschrijven dat het vernietigen van iedere vorm van relatie een belangrijk wapen van het regime is, maar ook de totale eenzaamheid en hunkering naar contact van verschillende personages voelbaar te maken.
Het boek biedt ook een fascinerende en opvallend actuele reflectie op de grenzen van surveillance en de rol van technologie. De Wereldstaat drong voor de uitvinding van Kallocaïne vrijwel alle domeinen van het menselijk leven binnen, maar krijgt nu ook toegang tot de gedachtewereld. Rissen, de collega van Kall, die weliswaar niet heel openlijk maar toch overduidelijk kritisch kijkt naar het regime, merkt terecht op dat daarmee niemand meer veilig is. Met de opkomst van AI, slimme technologie en sociale media spelen dergelijke risico’s vandaag de dag ook. Onze privélevens en binnenwerelden zijn steeds minder van ons. Zeker in tijden waarin autoritair leiderschap toeneemt in de wereld, zouden we veel beduchter moeten zijn op de ongekende mogelijkheden tot surveillance die de digitale revolutie met zich meebrengt.
Reacties