Terug naar overzicht

Staatsrechtconferentie #9: Het niet faciliteren van gebedsruimtes in openbare scholen is niet in strijd met godsdienstvrijheid: casus Gent



Staatsrechtconferentie 2023 workshop V: De staat van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in het openbaar onderwijs. 

Deze workshop maakt gebruik van een digitaal stemsysteem om te stemmen over twee stellingen. Deze blog heeft betrekking op de stelling ‘Het niet faciliteren van gebedsruimtes is in strijd met godsdienstvrijheid’.


‘Accommoderen’ van levensbeschouwelijke diversiteit in Gentse officiële scholen

Het ‘accommoderen’ van levensbeschouwelijke diversiteit in het onderwijs is een zeer belangrijke uitdaging in de hedendaagse hyperdiverse samenleving.

In Vlaanderen neemt het officieel (lees: openbaar) onderwijs verschillende ‘richtingen’ aan. Het gemeenschapsonderwijs neemt de grondwettelijk bepaalde neutraliteitsverplichting (artikel 24, §1, lid 3 Belgische Grondwet) als basis en promoot ‘actief burgerschap’. Het gesubsidieerd officieel onderwijs (onderwijs georganiseerd door provincies, steden en gemeenten) vertrekt vanuit de ‘neutraliteit van de overheid’ en profileert zich met ‘(actief) pluralisme’. Dit maakt de uitdaging er zeker niet gemakkelijker op. Onderzoek naar eventuele grenzen en/of beperkingen betreffende het accommoderen van levensbeschouwelijke diversiteit is dan ook van groot belang.

Om aan te tonen hoe het accommoderen van levensbeschouwelijke diversiteit dagelijks in de praktijk wordt gebracht in (voltijdse en gewone) secundaire (lees: middelbare) officiële (lees: openbare) scholen in Gent (Oost-Vlaanderen; België), daarbij rekening houdend met de bovengenoemde richtingen, maakten we gebruik van kwalitatief empirisch onderzoek uitgevoerd in september 2020- januari 2021. Specifiek ging het om een case study in zeven scholen. De scholen kwamen uit verschillende netten (gemeenschapsonderwijs; gesubsidieerd officieel onderwijs) en koepels (Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV); Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten vzw (OVSG vzw)). Belangrijk was dat we (a) het volledige spectrum afdekten binnen de beschikbare set van scholen (ASO, TSO en BSO) en (b) cases hadden met hoogste, midden en laagste ‘etnische composities’ (bepaald door het aandeel etnische minderheidsleerlingen; leerlingen werden voornamelijk als ‘etnische minderheid’ beschouwd als hun grootmoeder van moederskant een andere geboorteplaats had dan West-Europa). De data bestonden onder meer uit interviews met leraren en directies en observaties in de geselecteerde Gentse officiële scholen. Voor alle duidelijkheid: ook andere situationele aspecten rond het accommoderen van levensbeschouwelijke diversiteit (andere dan bidden op school; denk hierbij aan gescheiden zwemlessen, voeding, en levensbeschouwelijke kenmerken, enz.) waren in de interviews verwerkt.

Specifiek ten aanzien van bidden op school zijn bepaalde Gentse officiële scholen uit het onderzoek erg weigerachtig, dragen zij allerlei praktische bezwaren (‘plaatsgebrek’, ‘inzet van toezicht’, e.d.) aan (directie uit een school met een hoge etnische compositie), verwachten zij eerder ‘flexibiliteit’ en ‘ingetogenheid’ (directie uit een andere school met een hoge etnische compositie), zijn zij er zich ‘niet van bewust’ of hebben zij er ‘nog niet bij stilgestaan’ (directie uit scholen met een lage etnische compositie) en vinden zij het ‘onveilig’, ‘polariserend’, en een ‘radicale invulling’ van iemands geloof (directie en leraren uit een eerder genoemde school met een hoge etnische compositie). Bepaalde scholen (een leraar uit een school met een hoge etnische compositie en een directie uit een school met een lage etnische compositie) geven aan dat er effectief ‘(fysieke) ruimte voor (gebed) zou (kunnen) bestaan’. Zij doen suggesties op het vlak van bijvoorbeeld lokalen en ruimtes. Dat suggereert ook een leraar in een school met een midden etnische compositie.


Rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens bevat vandaag geen verplichting om het begrip ‘accommodatie’ actief in te vullen
Verschillende internationale en Europese juridische ‘instrumenten’ bieden bescherming aan de godsdienstvrijheid. Er wordt in het algemeen aangenomen dat in elk geval de in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) opgenomen rechten rechtstreeks voor de rechter kunnen worden ingeroepen. Artikel 9 EVRM biedt het absoluut recht van elke persoon om een bepaalde godsdienst of overtuiging te hebben of te aanvaarden (vrij van indoctrinatie): het zogenaamde ‘forum internum’. Beperkingen aan het recht op het tot uiting brengen van iemands godsdienst of overtuiging, het zogenaamde ‘forum externum’, moeten, zoals genoegzaam bekend, voorzien zijn bij wet, een legitiem doel nastreven en de proportionaliteitstoets doorstaan.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), als toezichtorgaan op het EVRM, schuift weliswaar bepaalde grote principes (zoals ‘pluralisme’) naar voren, maar geeft zo veel beoordelingsruimte aan de EVRM-lidstaten dat er ter zake eigenlijk nauwelijks controle is. Zowel een actieve manier, waarbij (het uiten van) diversiteit wordt geïntegreerd, als de laïcité, die alle uitingen verbiedt — met uiteraard alle schakeringen tussen deze twee uitersten — lijkt voor het Hof aanvaardbaar. Een verplichte actieve invulling van ‘accommodatie’ kan uit de rechtspraak van het EHRM niet afgeleid worden. De jurisprudentie van het Hof kenmerkt zich door een grote terughoudendheid in de beoordelingsmarge toegekend aan de EVRM-lidstaten.

Dit staat in contrast met een scherp en vooral gedetailleerd toezicht door het EHRM op het niet indoctrinerend karakter van het verstrekte onderwijs. Het EHRM onderzoekt nauwkeurig of het verstrekte onderwijs ‘objectief, kritisch en pluralistisch’ van karakter en ‘niet indoctrinerend’ (Catan en anderen tegen Moldavië en Rusland, par. 138 en daarin opgenomen verwijzingen) is, waardoor de beoordelingsvrijheid van de verdragstaten aanzienlijk is beperkt.


Door het geven van meer gewicht aan het recht op godsdienstvrijheid, creëert de school een sterkere claim op het recht op onderwijs

Hierboven kwamen twee punten aan bod:

  1. Er wordt van de leerlingen die voor bepaalde Gentse officiële (lees: openbare) scholen uit het onderzoek kiezen verwacht om uit hun levensbeschouwelijke identiteit te stappen, of minstens om dat te temperen, en zich te onthouden van het bidden op school.
  2. In globo houdt de EHRM-rechtspraak vandaag geen verplichting in om het begrip ‘accommodatie’ actief in te vullen, en wordt in mindere mate controle uitgeoefend op de noodzaak van beperkingen.

Er kan echter nog worden gewezen op een spanning tussen het recht op onderwijs en de godsdienstvrijheid.

De keuze-uitoefening tussen godsdienstvrijheid enerzijds en het recht op onderwijs anderzijds komt volgens Brems (2006; p. 130) – in de context van scholen waarin een verbod op levensbeschouwelijke kenmerken bestaat –  voor sommige heel gelovigen erop neer dat slechts één optie overblijft, namelijk die van het verlaten van de school. De keuze voor de godsdienstvrijheid is heel uitgesproken binnen levensbeschouwingen waar de aanhang doorgaans die levensbeschouwing intensiever beleeft en daarom resoluut kiest voor de geïndividualiseerde vorm van levensbeschouwing. In de (andere) keuze voor het recht op onderwijs betekent dit dat die aanhang in de volledige beleving van de geïndividualiseerde vorm van levensbeschouwing wordt ‘belet’ (althans ‘binnen’ de school), de levensbeschouwelijke richting van de school aanvaardt en op die manier op school kan blijven. Het leidende neutraliteitsbeginsel (zie hoger) lijkt op die manier te kunnen worden geïnterpreteerd als een gevestigd ‘geïnstitutionaliseerd’ kader.

Voor zover de school meer gewicht zou geven aan het recht op godsdienstvrijheid, zou de school ook een sterkere claim op het recht op onderwijs (kunnen) creëren. De redenering van Topidi (2020; p. 213-214), die stelt dat het recht op onderwijs een ‘poortrecht’ (‘a gateway right’) is naar verdere toegang tot verschillende andere rechten en vrijheden zoals godsdienstvrijheid in het openbare schoolsysteem, kan mijns inziens ook omgekeerd werken.

 

***
Deze bijdrage is een bewerking uit S. Devriendt, Inhoud geven aan levensbeschouwelijke diversiteit via het Vlaams officieel onderwijs. Van theorie naar praktijk, Antwerpen: Boom juridisch 2023.

Over de auteurs

Sien Devriendt

Sien Devriendt is universitair docent staatsrecht en encyclopedie aan de Open Universiteit

Reacties

Andere blogs uit deze reeks
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #14: Marktdenken, de publieke zaak en democratie
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #13: Waarom staatsrechtbeoefenaren het wel wat vaker over de megaonderneming zouden mogen hebben
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #12: Godsdienst, levensbeschouwing en burgerschap binnen het openbaar onderwijs
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #11: Wat nu? De openbare school bestaat niet meer!
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #10: Verdraagzaamheid en inclusie: legitieme reden voor beperking van religieuze uitingen van leerlingen in de openbare school?
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #8: De vormgeving van de vrije meningsvorming
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #7: De vrijheid van meningsuiting van gebruikers van onlineplatforms
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #6: De onafhankelijkheid van de rechter. Op onderdelen afdoende gewaarborgd, maar er zijn ook zekere risico’s
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #5: De rechtsstaat, een rustig bezit?
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #4: Tussen Scylla en Charybdis. Een korte beschouwing over tegenstrijdige eisen waaraan bestuursrechters moeten voldoen.
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #3: De algemeenbelangactie en gelijke(re) toegang tot de rechter
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #2: De civiele algemeenbelangactie en de democratische rechtsstaat
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #1: Civiele algemeenbelangacties in een rechtsstaat die democratisch wil zijn
Staatsrechtconferentie 2023
De staat van de Staat: Staatsrechtconferentie 2023