Trump als hedendaagse Leviathan? Not quite
Eén manier om het recente handelen van Donald Trump als president van de VS te analyseren, is hem te beschouwen als de directeur en enige eigenaar van een groot bedrijf: de VS is zijn politieke ‘bedrijf’ – zijn business – dat hij geheel naar eigen inzicht kan modelleren. Vanuit dat perspectief is het niet zo vreemd dat je rechters ziet als verlengstuk van je beleid: het zijn dan in zekere zin jouw werknemers die moeten goedkeuren wat jij als eigenaar hebt besloten. En dan kun je ook een van je vazallen laten zeggen dat als “a judge tried to tell a general how to conduct a military operation, that would be illegal. If a judge tried to command the attorney general in how to use her discretion as a prosecutor, that’s also illegal. Judges aren’t allowed to control the executive’s legitimate power.” Het ontslag bepleiten van onwelwillende rechters zou dan zomaar de volgende stap kunnen zijn. Zoals er al heel wat niet-loyale ambtenaren op staande voet zijn ontslagen of met ‘administratief verlof’ gestuurd. Er loopt een rechte lijn van Trump The Apprentice (‘your’re fired!’) naar Trump de president.
Of nog: als je je land als je persoonlijke eigendom ziet, dan is het ook niet zo vreemd dat je kort voor je inauguratie een crypto Trump Coin lanceert waarvan jouw bedrijven de meerderheid in bezit hebben, en waarvan je vervolgens als President van de VS de waarde kunt manipuleren met je beleid. Zoals het dan ook niet zo vreemd is dat onderhandelingen over de toekomst van Oekraïne ook, en misschien zelfs vooral gaan over 500 miljard dollar aan aardmetalen die in de Oekraïense bodem liggen besloten. Vrede is een ‘business deal’ als een andere.
Of is Trump een autocraat, een individu die ongelimiteerde macht uitoefent? Dat is een andere manier om Trumps acties te analyseren. Sommigen verdedigen in ieder geval de stelling dat alles erop wijst dat hij zich snel in die richting beweegt.
Een vergelijking met het gedachtegoed van Thomas Hobbes (1588-1679), de vroegmoderne denker uit Engeland, dringt zich op. Hobbes werd en wordt immers veelvuldig opgevoerd als pleitbezorger van een onbeperkt overheidsgezag. In het bijzonder in zijn Leviathan uit 1651 komt hij tot een pleidooi voor de instelling van een soeverein, de Leviathan of ultieme machthebber, die vooral garant moet staan voor het overleven van de mens. Onder meer in hoofdstuk XVIII benadrukt hij niet alleen de ondeelbaarheid van de soeverein, maar tevens het absolute ervan. Er staat in opgesomd wat de soeverein allemaal gerechtigd is te doen: vrede sluiten en oorlog verklaren, geschilbeslechting, regels opstellen, eigendom regelen, ministers en raadslieden kiezen, et cetera. Veel ademruimte lijkt er voor de burgers niet te zijn. Absolute macht is in ieder geval noodzakelijk, aldus Hobbes, de burgers missen immers een helder inzicht in hun eigen begeerten en omstandigheden, en totale gehoorzaamheid is nu eenmaal de prijs voor vrede. Keer op keer benadrukt hij het belang van een soeverein die kan doen wat hij wil.
Op de bekende oorspronkelijke titelpagina van de Leviathan, waarop de soeverein als een massief lichaam van achter de horizon verschijnt en het vredige land overziet en overheerst, wordt die constructie met kracht visueel gemaakt: dat wat er op het eerste gezicht uitziet als het maliënkolder van de soeverein (of zijn het de schubben van een zeemonster?), die zowel wereldlijk zwaard als bisschopsstaf in zijn handen draagt, blijkt bij attent kijken een weergave van de personen die de Leviathan door een onderlinge overeenkomst in het leven hebben geroepen en die nu door zijn lichaam zijn opgeslokt en aan hem zijn onderworpen.
Hobbes was geen democraat. Hij had geen aandacht voor het organiseren van regelmatige verkiezingen. Ook andere vormen van wat wij onder democratie en rechtsstatelijkheid begrijpen, zoals checks and balances en scheiding der machten, zaten niet in het voorfront van zijn gedachten. Dus geen misverstand: hij kan geen profeet van de democratische rechtsstaat in de hedendaagse betekenis van het woord worden genoemd.
Maar toch: in hoofdstuk XXX van de Leviathan lezen we over de soeverein als hoeder van het algemeen belang. Want niet alleen knapt hij het ‘vuile werk’ van de rechts- en ordehandhaving op, zodat de burgers zich daar zelf niet meer over hoeven te bekommeren, maar hij ziet voor zichzelf ook een rol als opvoeder in rechtvaardigheid; iemand met taken die het individuele overstijgen, en die het welzijn van het volk als geheel op het oog hebben. Hij maakt duidelijk dat veiligheid niet alleen gaat over lijfsbehoud, maar ook ziet op het welzijn van de burgers. Zo somt hij allemaal maatregelen op die de welvaart van het land en het welzijn van zijn burgers moeten bevorderen. En daar zou een dempende invloed op conflicten vanuit kunnen gaan. De taak van de soeverein om lijfsbehoud te garanderen, gaat zo begrepen dan ook verder dan wat in directe zin uit die taak af te leiden valt. Hobbes heeft het onder meer over transparante en duidelijke wetgeving zodat de mensen niet misleid kunnen worden, gelijke rechtsbedeling, overheidsmaatregelen die ervoor zorgen dat eenieder zelf in levensonderhoud kan voorzien, en het belang van letterkunde en cultuur. Et cetera.
Maar vooral dringt Hobbes erop aan dat de macht van de soeverein nooit persoonlijk kan zijn, maar ligt besloten in zijn status als houder van “the Office of the Sovereign Representative” (zoals de titel van hoofdstuk XXX van de Leviathan betekenisvol luidt; de cursivering komt van Hobbes zelf!). Juist omdat hij zich heeft weten los te wrikken van de massa – omdat de “menigte mensen (…) tot één persoon [is] gemaakt” (hoofdstuk XXVI) –, kan hij de vertegenwoordiger van de staat worden en het algemeen belang verwoorden.
En dat brengt me terug bij het begin van dit blog. Want dat de staat hiermee een artefact wordt, is een constitutionele vondst die tot op heden als een van de uitgangspunten van iedere democratische ordening geldt: het gaat immers niet om de persoon maar om de taak, en het maakt de staat tot een denkbeeldige eenheid en autonome entiteit die niet gereduceerd kan worden tot het persoonlijke of particuliere. Natuurlijk zullen de acolieten van Trump beweren dat hij het algemeen belang nastreeft. Ze zullen zeggen dat hij dat mag doen zonder controle door pluralistische machtscentra, of die nu binnen de uitvoerende macht liggen of daarbuiten (vooral de rechtbanken). En de president geniet in feite onbeperkte macht om iedereen onder druk te zetten om in de pas te lopen. In de woorden van Trump: “He who saves his Country does not violate any Law.” Maar de acolieten vergissen zich. En dit alleen al omwille van het feit dat voor hen pluralisme, zo essentieel om het debat te kunnen voeren over wat het algemeen belang vereist, de vijand is.
De constitutionele innovatie van Hobbes kan ook vandaag nog als een alternatief worden begrepen voor onprettige doctrines over de natuurlijke samenhang van de politieke gemeenschap en het volk. En dat geldt dan ook voor messianistische politici die democratie reduceren tot slechts een persoonlijke strijd om de macht (toe-eigening van de staat), en daardoor maatschappelijke tegenstellingen aanjagen. Het idee dat je als staatshoofd de vertegenwoordiger van de gehele natie bent en het algemeen belang moet dienen verdwijnt dan geheel uit beeld.
Is het niet ironisch dat Hobbes veel beter dan Trump begrepen had dat de taak van een heerser was het algemeen belang te dienen? Van de ouden valt nog veel te leren.
Reacties