Terug naar overzicht

Michaël Gorbatsjov (1931-2022), het einde van een ideologische zoektocht


Met het overlijden van Michaël Gorbatsjov verdwijnt één van de laatste architecten van de Europese vredesordening na de Koude Oorlog. Het voegt nog toe aan de tragiek van zijn leven dat hij nog net de ineenstorting van die orde heeft moeten aanschouwen.

Gorbatsjov blijft één van de meest controversiële, tragische en intrigerende wereldleiders uit de recente geschiedenis. In Rusland wordt hij verguisd als de man die de Russische machtssfeer in Europa verkwanselde en economische chaos achterliet. In het Westen wordt hij geroemd omdat hij het einde van de Koude Oorlog en de democratisering van het voormalige Oostblok mogelijk maakte. De tragiek van zijn politieke leven hoeft niet veel uitleg. Begonnen in 1985 als een hervormer die de Sovjet-Unie en het communistisch regime nieuw leven zou inblazen, eindigde hij goed zes jaar later als de laatste president van het land die machteloos moest toezien hoe zijn vroegere minister en luis in de pels, Boris Jeltsin, de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU) buiten de wet stelde en de Unie ontbond. Maar dit alles biedt geen antwoord op de vraag wat Gorbatsjov dreef, en waarom hij dit heeft laten gebeuren.

In het Westen leeft vooral het beeld van Gorbatsjov als hervormer en communicator, die op gedreven en bevlogen wijze de Sovjet-Unie en haar satellieten in Centraal- en Oost-Europa op de weg zette naar de liberalisering van de economie en de democratie. Maar in dat beeld ontbreekt een cruciale dimensie: die van Gorbatsjov als politiek ideoloog, en van zijn voortdurende zoektocht naar een politieke visie voor de aankomende eeuw.

Er zijn drie elementen in de biografie van de jonge Gorbatsjov die een licht werpen op zijn ideologische gedrevenheid. Ten eerste ging Gorbatsjov, die afkomstig was uit een landbouwgemeenschap in de Kaukasus, op 19 jaar rechten studeren aan de prestigieuze staatsuniversiteit in Moskou. Hoewel dit een enorme kans inhield, stond het recht veel minder in aanzien dan politieke filosofie, een studie die zijn latere echtgenote en intellectuele sparringpartner Raïsa Titarenko wel had gevolgd. Het liet Gorbatsjov achter met een bij wijlen aandoenlijke drang om zich te bewijzen als marxistisch-leninistisch denker.

Ten tweede maakte Gorbatsjov zijn hele carrière binnen de CPSU. Aan het eind van zijn studies weigerde hij een ambt binnen het parket in Moskou en keerde hij terug naar zijn geboortestreek om er te gaan werken voor Komsomol, de communistische jeugdorganisatie. Mede dankzij Yuri Andropov, de Sovjetleider die uit dezelfde streek kwam, schoot hij omhoog door de partijrangen. Gorbatsjov groeide uit tot een uitstekende politieke operator binnen de partij, met een enorm netwerk onder de kaders, maar zonder inzicht noch een netwerk in de economische, militaire, culturele, juridische of academische wereld. Zijn loopbaan wapende hem om het partijapparaat te beheersen en te sturen, maar liet hem onvoorbereid om de economie te begrijpen, laat staan radicaal te hervormen. In een cultuur van geheimzinnigheid en Potemkin-paleizen van leugens naar buiten en naar boven was dit een enorme handicap.

Ten derde begon Gorbatsjovs loopbaan ten tijde van de destalinisatie en de hervormingen onder Chroesjtsjov. Net als vele andere jonge partijkaderleden had Gorbatsjov heimwee naar deze periode van experimenten en liberalisering, en raakte hij doordrongen van de idee dat de partij onder Stalin van het rechte pad naar de voltooiing van de revolutie was afgedwaald. Het liet Gorbatsjov na met de ambitie om het juiste begrip van het authentiek leninisme terug te vinden. Aan de Stalin-jaren hield hij ook een viscerale afkeer voor politiek geweld over. De trauma’s van de invasie van Tsjechoslowakije en de oorlog in Afghanistan vertaalden deze afkeer ook naar het internationale niveau.

De politieke loopbaan en regeerperiode van Gorbatsjov kunnen voor een goed deel worden gelezen als een zoektocht naar ideologisch consistente antwoorden op de uitdagingen van de tijd. Minstens tot 1988 was dit voor Gorbatsjov een zoektocht naar de zuivere, oorspronkelijke wortels van het marxisme-leninisme. Dit weerspiegelde zich in een eindeloze stroom boeken, artikelen en speeches met een groot ideologisch en pseudo-academisch politiek-filosofisch gehalte. De verzamelde werken van Gorbatsjov tot 1991 tellen liefst 26 delen. Zonder overdrijven kan men zeggen dat Gorbatsjov in zijn 6 jaar als leider een wereldmacht meer dicteerde en publiceerde dan vele academici in een hele carrière. Daarbij maakte hij zich slechts langzaam los van de geloofsartikelen die ten basis lagen aan het marxisme-leninisme. Na zijn val zou zijn ideologische zoektocht verdergaan in de richting van een sociaaldemocratisch antwoord op de uitdagingen voor Rusland en de wereld van de 21ste eeuw.

Gorbatsjov begon zijn bewind vanaf 1985 met een onsamenhangende reeks economische maatregelen die de productie in de landbouw en industrie moesten opdrijven. ‘Perestroika’ groeide nooit, of alleszins te laat, uit tot een samenhangend plan om over te gaan tot een vrijemarkteconomie naar Westers model. Op dit punt werd Gorbatsjov vanaf 1989 voorbijgestoken door de liberaal-nationalistische coalitie die zich vormde rond de Russische president Jeltsin.

‘Glasnost’ – openheid – betekende meer debat en pluralistische besluitvorming binnen en rond de partij. Hiermee werd komaf gemaakt met het ‘democratisch centralisme’, het systeem van controle van bovenaf dat elk open discussie smoorde. Het paste bij het narratief dat de partij onder Stalin de weg naar het ware communisme was kwijtgeraakt. Er was nood aan meer debat en meer gedachtenexperimenten om de partij te hervormen en bij te sturen. Gorbatsjov omarmde daarbij slechts schoorvoetend en stapsgewijs het westerse model van meerpartijendemocratie. Later zou hij aangeven dat hij niet te ver voor de communistische troepen kon uitlopen teneinde een staatsgreep te vermijden – wat zeker een correcte inschatting was – maar ook zijn eigen bekeringsproces was pas echt voltrokken in de allerlaatste fase van zijn regering. Gorbatsjov liet beperkt vrije verkiezingen voor een nieuw federaal parlement toe in maart 1989. Voor het merendeel van de 2250 zetels mochten alternatieve individuele kandidaten opkomen tegen de officiële partijkandidaat. Andere partijen bleven verboden tot begin 1990 en zouden dan eerst aan verkiezingen in de deelrepublieken deelnemen. Gorbatsjov zelf onderwierp zich vóór 1992 nooit aan verkiezingen en verspeelde zo zijn legitimatie aan de vrij verkozen sovjets in de deelrepublieken en aan Jeltsin, die zich in 1991 wel rechtstreeks tot president van Rusland liet verkiezen.

Gorbatsjov grootste historische verdiensten in de ogen van het Westen zijn de ontbinding van het Oostblok en de democratisering van Centraal- en Oost-Europa. Ironisch genoeg was dit het onderwerp waar hij zich het minst mee inliet. Gorbatsjov liet de Sovjet-satellieten niet alleen gaan in 1989; hij liet ze vanaf het begin ook grotendeels begaan in de zin dat hij zich weinig met hen inliet en geen proactief beleid van hervorming voor deze landen voerde en begeleidde.

Zijn ‘nieuwe politieke in internationale relaties’, de derde poot van zijn gedachtengoed naast ‘perestroika’ en ‘glasnost’, was ideologisch gezien vanaf het begin de meest vernieuwende. Reeds vóór zijn verkiezing tot secretaris-generaal van de Communistische Partij maakte hij duidelijk aan de leiders van de Warschaupactlanden dat hij nooit met geweld zou interveniëren om hun regimes te schragen. Daarmee gaf hij de Brezjnevdoctrine op, die stelde dat socialistische landen het recht en de plicht hadden om desnoods met geweld een zusterregime in het zadel te houden. Hiermee had Brezjnev de invasie van Tsjechoslowakije in 1968 verantwoord.

Voor Gorbatsjov lag hier een fundamentele ideologische stellingname aan ten gronde. Hij was in de jaren na zijn verkiezing erg begaan met de grote uitdagingen en gevaren die hij op de wereld zag afkomen: nucleaire proliferatie, milieu, migratie, de armoede in het zuiden van de wereld. Op dat gebied was hij een visionair die andere wereldleiders vaak ver vooruit was. Hij stelde dat deze uitdagingen belangrijker waren dan de internationale klassenstrijd. De blokken die tegenover elkaar stonden in de Koude Oorlog moesten verdwijnen en plaatsmaken voor samenwerking tussen de diverse landen, ongeacht of zij kapitalistisch of socialistisch waren. Op wereldvlak moest dit gebeuren binnen de VN, in Europa binnen een op te richten Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (de latere OVSE).

Gorbatsjov gaf de idee op dat er verschillende internationale rechtsordes bestonden, de kapitalistische en de socialistische. Daarmee sloeg hij de gedachte dat er speciale regels golden voor socialistische landen, het fundament onder Brezjnevdoctrine, weg. Hij paste ‘glasnost’ ook toe op de satellietlanden van het Warschaupact: ook zij mochten experimenteren met nieuwe wegen naar het socialisme. Daarmee gaf hij de leidende rol van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie over de andere communistische partijen op, zeg maar de internationale versie van het zojuist al vermelde democratisch centralisme. Pas na de aankondiging over de eenzijdige terugtrekking van 500.000 Sovjettroepen uit Europa in december 1988 begonnen de leiders en oppositie in de satellietlanden te geloven dat Gorbatsjov het meende. In 1989 brak de dijk. Toen het ene na het andere communistische regime viel of zichzelf radicaal hervormde, deed Gorbatsjov, die intussen vocht voor het overleven van zijn eigen regime en de eenheid van de Unie, zijn woord gestand en gebruikte hij geen geweld om het Warschaupact samen te houden. Maar in plaats van een nieuw soort orde en institutioneel kader voor Europa waarvan Gorbatsjov droomde, breidden de bestaande westerse orde en haar Koude-Oorlogsinstellingen zich naar het oosten uit, beginnend met de opname van de oostelijke DDR in de westelijke Duitse Bondsrepubliek. Meteen werden de grenzen van de NAVO en de Europese Gemeenschap naar het oosten verschoven, mét toestemming van Gorbatsjov en de Sovjet-Unie. Toen daarna de Sovjet-Unie ineenstortte, opende dat de vraag waar dit Rusland en de andere deelrepublieken zou laten. Binnen of buiten deze Westerse orde? Deze vraag bleef voor Oekraïne en de landen in de Kaukasus tot op heden onbeantwoord. De oorlog in en om Oekraïne vandaag is in zekere zin dan ook een oorlog over de betekenis en erfenis van Gorbatsjov.

Er wordt vaak verwezen naar Poetins betiteling van de ineenstorting van de Sovjet-Unie als een grote geopolitieke ramp. Minder bekend is zijn uitspraak dat ‘zij die het verdwijnen van de Sovjet-Unie niet betreuren geen hart hebben, en zij die ze terug willen geen verstand hebben’. Weinigen in Rusland zien het volledige herstel van de oude unie als wenselijk, laat staan een reële mogelijkheid. De strijd vandaag gaat op het eerste gezicht over de staatsgrenzen van Rusland; maar ze gaat ten gronde over waar de grens van het democratische Europa zal liggen. Dat is de vraag die na de val van de Sovjet-Unie en na het falen – tot nu toe – van de democratische transitie in Rusland onbeantwoord bleef.

Bij zijn bezoek aan Oost-Berlijn enkele weken voor de val van de Berlijnse Muur zei Gorbatsjov tegen zijn Oost-Duitse collega Erich Honecker dat ‘de geschiedenis degenen die te laat komen straft’. De tragiek van Gorbatsjov is niet alleen dat dit ook voor hem gold. Hij dacht te vroeg, en handelde te laat.

Over de auteurs

Randall Lesaffer

Randall Lesaffer is hoogleraar Rechtsgeschiedenis aan de KU Leuven en Tilburg University

Reacties

Andere blogs van Randall Lesaffer
Zomerreeks Great books
Zomerreeks #11: Hugo De Groot, een jeugdige vader van het moderne recht?
Oorlog in Oekraïne
Wat zou Gorbatsjov denken?