Terug naar overzicht

Consument op online platform: de schoen past (nog) niet


Voor consumenten zijn door de opkomst van online platforms nieuwe kansen ontstaan, maar ook risico’s. De volgende stellingen zijn bedoeld om de gedachten te prikkelen over de vraag of en hoe de privaatrechtelijke verhoudingen tussen online platforms en consumenten anders moeten worden ingericht. Hier ligt niet alleen een opdracht voor wetgever en beleidsmakers, maar ook voor online platforms zelf.

Zowel consumenten als professionele handelaars op online platforms hebben in het huidige contracten- en aansprakelijkheid te weinig bescherming.

Online platforms hebben nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor de verkoop van producten en diensten. Voor consumenten is de mogelijkheid ontstaan om ook zelf actief te worden aan de aanbodzijde van de markt (bijv. op platforms als Vinted of marktplaats.nl). Voor kleine handelaars bieden platforms toegang tot grote consumentenmarkten. In beide gevallen is de belangenafweging die het contracten- en aansprakelijkheidsrecht maakt tussen consumenten en ondernemingen, en als derde partij online platforms, niet meer geheel passend. Consumenten die actief zijn aan de aanbodzijde van de markt (ook wel ‘prosumenten’) zijn vatbaar voor aansprakelijkheidsclaims van consument-kopers. Kleine aanbieders worden door online platforms veelal aan zeer strikte targets gebonden in de algemene voorwaarden van het platform. Het online platform zelf blijft meestal buiten schot als het gaat om aansprakelijkheid, en heeft veel vrijheid in het vaststellen van algemene voorwaarden en andere regels die bepalen onder welke condities gebruikers actief mogen zijn op het platform (bijv. gedragscodes). De bescherming van consumenten en handelaars schiet daardoor onder het huidige recht tekort.

De regulering van productaansprakelijkheid is onvoldoende toegesneden op meerpartijenverhoudingen in de platformeconomie.

Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat op veel online platforms gevaarlijke dan wel gebrekkige producten worden aangeboden. De consument die schade lijdt door een dergelijk gebrek kan onder de regels van productaansprakelijkheid de leverancier, importeur of producent van het product aanspreken, waarbij aansprakelijkheid wordt gekanaliseerd naar de producent. Die mogelijkheid gaat echter niet op indien de consument zelf producten heeft geïmporteerd in de EU, bijv. indien hij of zij via AliExpress een product heeft gekocht bij een Chinese verkoper en dat product vanuit China wordt geleverd. Het voorstel voor een nieuwe Richtlijn productaansprakelijkheid voegt een nieuwe categorie van aansprakelijk te stellen actoren toe met ‘fulfilmentdiensten’, maar biedt verder geen nieuwe regels specifiek voor online platforms. Hier zit dus nog een lacune.

De door Big Tech gebruikte profiling-technieken ten aanzien van consumenten creëren een nieuwe kwetsbaarheid voor digitale consumenten die door het huidige consumentenrecht niet wordt geadresseerd.

Deze stelling is gebaseerd op de bevinding dat profiling-technieken gebruikt worden door Big Tech om consumenten onbewust te ‘nudgen’ tot het aangaan van contracten voor het afnemen van diensten of producten. Profiling maakt gebruik van door consumenten zelf verstrekte persoonsgegevens. Voor consumenten is echter niet inzichtelijk hoe hun gegevens gebruikt worden en op welke manier zij in hun aankoopbeslissingen gestuurd worden. Deze ‘digital asymmetry’ (Helberger/Micklitz et al.) wordt door het huidige consumentenrecht niet geadresseerd, omdat het recht gebaseerd is op de gedachte dat ongelijkheid tussen handelaars en consumenten kan worden weggenomen door informatieverplichtingen op te leggen aan handelaars. In geval van profiling is die informatie veelal niet beschikbaar, of zo complex dat die niet op een duidelijke en begrijpelijke wijze aan consumenten kan worden verstrekt. De vraag is op welke wijze consumenten in deze context wel beschermd kunnen worden tegen manipulatie van aankoopbeslissingen. En hoe ver zou die bescherming moeten gaan?

Deze vragen staan centraal in het Vici project ‘These Shoes Don’t Fit! – How can consumer interests be protected when consumer identities are increasingly diffuse?’ (2022-2027), gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Over de auteurs

Vanessa Mak

Vanessa Mak is hoogleraar Civiel recht aan de Universiteit Leiden.

Reacties

Andere blogs uit deze reeks
Big Tech en recht
De juridische code van Big Tech – Big Tech is veel minder ‘tech’ dan je denkt
Big Tech en recht
Big Tech als publiek belang vraagt om publieke waarborgen
Big Tech en recht
Is er een weg uit de spagaat Big Tech en meningsuiting?
Big Tech en recht
De macht van Big Tech – Tegenmacht door de wetgever of de markt
Big Tech en recht
De burger als prooi van Big Tech: een rol voor de overheid?
Big Tech en recht
Overheid: afhankelijk van de grillen en voorwaarden van Big Tech?
Big Tech en recht
Big Tech: blinde vlek in het bestuursrecht?
Big Tech en recht
Big Tech en recht: de start van een onderzoekscommunity