Zijn we klaar om ook digitaal ‘vrije verkiezingen’ te beschermen?
Het staat vast, na de val van het kabinet op 3 juni vinden op 29 oktober de verkiezingen plaats voor de Tweede Kamer. Verschillende politiek commentatoren stelden vast dat na 3 juni diverse partijen onmiddellijk in campagne modus gingen. Maar wie beïnvloeden de Nederlandse kiezers nu echt: zijn dat de politieke partijen zelf of bepalen de Tech giganten in de VS de uitslag?
De Nederlandse Grondwet (hoewel alleen op hoofdlijnen), en internationale verdragen waar Nederland bij is aangesloten, beschermen het recht op vrije verkiezingen. Deze verkiezingen stoelen op de gedachte dat iedere stemgerechtigde gelijk een stem mag uiten. De gedachte dat verkiezingen vrij en gelijk zijn, is al eerder bekritiseerd. Zo stelde Nobelprijswinnaar Stiglitz dat verkiezingen helemaal niet zo vrij en gelijk zijn als vaak gedacht. De politieke partijen met de meeste middelen kunnen verkiezingen sterk beïnvloeden, onder andere door grootschalige inkoop van reclametijd en verkiezingsposters. Volgens Stiglitz is het niet de demos maar het grootste financiële vermogen dat de uitslag (grotendeels) bepaalt. De macht van het grote geld is echter niet absoluut; zo zagen we tijdens de campagne van Bernie Sanders dat veel kleine donaties redelijk kunnen opwegen tegen enkele grote donaties. Kan een dergelijke balans ook worden gevonden tegen enkele echt grote machthebbers uit de Tech-industrie?
De invloed van de Tech-industrie bij verkiezingen is al langer bekend. In 2010 plaatste Facebook (nu van Meta) een oproep onder gebruikers om te gaan stemmen voor de verkiezingen voor de House of Representatives in de VS. Deze oproep werd bij een beperkte groep gebruikers geplaatst op basis van een vooraf beperkte locatie. Onder deze gebruikers was de opkomst significant hoger. Ook maakte Facebook het mogelijk voor de gebruiker om te bevestigen dat die had gestemd. Deze bevestiging werd gedeeld met de contacten van de gebruiker, hetgeen deze contacten ook beïnvloedde om te gaan stemmen. Al met al kon Facebook zo ongeveer 340.000 mensen overtuigen te gaan stemmen.
De oproep om te gaan stemmen is op zichzelf geen manipulerende oproep. Wel kan een Tech-platform als Facebook, gebruikers selecteren op basis van verschillende gegevens. Zo kan het ervoor kiezen om het bericht te sturen enkel naar gebruikers die aanwezig zijn geweest bij een politieke rally van een bepaalde partij. De contacten van deze gebruikers die indirect mee beïnvloed worden, zullen ook veelal op eenzelfde partij stemmen. Gebruikers op sociale media zijn immers geneigd zich ‘te bubbelen’ met gelijkgestemden. Platformen kunnen aldus invloed uitoefenen op de uitkomst van de verkiezingen.
Deze invloed werd verder duidelijk tijdens de verkiezingen in de Verenigde Staten in 2024. Elon Musk is zoals bekend de eigenaar van sociale media platform “X” (voorheen Twitter). Sinds de aankondiging van de steun van Musk voor Donald Trump als presidentskandidaat vonden enkele veranderingen plaats op X. Zo promootte het algoritme van X voornamelijk radicaal-rechts en republikeinse content. Berichten die een link naar externe content bevatten werden minder zichtbaar gemaakt, waardoor fact-checken werd beperkt. Daarnaast bleek niet of nauwelijks gehandhaafd te worden tegen de deepfakes die betrekking hadeen op democratisch kandidaat Harris. Deepfakes hebben de vervelende bijwerking dat ook wanneer een gebruiker op de hoogte is van de valsheid van het bericht, dit een negatieve indruk achterlaat van de politicus bij de ontvanger. Snelle en adequate verwijdering van content is het enige middel daartegen. Hetzelfde geldt voor de inzet van bots (computergestuurde accounts) die content promoten of juist aanvallen. Enkel snelle handhaving en verwijdering kan de schade beperken.
Hoe democratisch gewenst is het dat X dergelijke invloed kan uiten, en kan dit ook een Europees en/of Nederlands probleem zijn?
Dat X niet enkel interesse heeft voor de Amerikaanse verkiezingen, bleek in ieder geval uit de Duitse verkiezingen van 2025. In februari 2025 waren er signalen van een bias in het algoritme van X. Onderzoekers merkten onder de berichten “aanbevolen voor jou” een sterke voorkeur voor rechts-radicale, extreemrechtse en AfD sympathiserende boodschappen. Daarnaast leken berichten van een politieke tegenstander van AfD, onzichtbaar te zijn gemaakt zonder dat de eigenaar van het account hiervan op de hoogte was.
Wat in Duitsland kan, kan natuurlijk ook in Nederland. Is de in Nederlandse van toepassing zijnde wetgeving toegespitst om oneigenlijke politieke invloeden, en met name manipulatie, van Tech-bedrijven te beperken?
De voornaamste wetgeving van toepassing op algoritmes en informatiemanipulatie zijn de Digitale Services Verordening (DSA) en de Kunstmatige Intelligentie Verordening (AIA). Bedrijven als Facebook en X kwalificeren als zeer grote online platformen en vallen daarmee onder de zwaarste categorie verplichtingen van de DSA. Met betrekking tot politieke campagnes betekent dat, dat de platforms in real-time inzicht moeten geven wanneer er sprake is van een advertentie en door wie en voor wie deze betaald is. Daarnaast moeten ze volgens de DSA ook inzichtelijk maken waarom de gebruiker wordt geconfronteerd met de advertentie. Voor het gebruik van persoonsgegevens voor gerichte advertenties moet vooraf toestemming worden gevraagd. Deze verplichtingen lijken daarmee adequaat, toch zijn er enkele problemen.
De huidige zogeheten transparantie labels van Facebook lijken weinig effectief bij gebruikers, die deze meestal snel vergeten. Om het label van X te zien, is vereist dat een gebruiker klikt op de drie stippeltjes van de advertentie, vervolgens moet deze klikken op “waarom krijg ik deze advertentie te zien?” Pas daarna volgt enige uitleg. Ik deed de proef op de som, en de uitleg daarover bleek vrij summier en bevatte enkel een account dat ik volg en dat de betalende partij “mensen in Nederland boven de 18” wil benaderen. Dit maakte niet direct inzichtelijk dat het gaat om (zeer) gerichte advertenties. Daarnaast is de algemene opslag van advertentiegeschiedenis van X, voorlopig onvoldoende, zo oordeelde de Europese Commissie in 2024. Het definitieve oordeel omtrent X is nog niet geveld door de Europese Commissie. Verder zijn er ook algemene vraagtekens te zetten bij de effectiviteit van dergelijke maatregelen.
De AIA Verordening biedt mogelijk meer bescherming. Zo verbiedt die de inzet van manipulatieve AI. Dit kan algoritmes omvatten die advertenties misleidend positioneren of ze aanpassen aan het gedrag van de gebruiker. Hoewel manipulatieve AI dus verboden is, is het vooralsnog onduidelijk hoe dit precies moet worden uitgelegd. De lijn tussen een effectieve en manipulatieve campagne is niet scherp te trekken.
Kortom de invloed van AI en digitale platforms in verkiezingen is potentieel groot. Zeker in Nederland waar zo’n 14,4 miljoen van de Nederlanders ouder dan 15, gebruik maken van sociale media. Alternatieven voor veel van de grote platforms, denk aan Bluesky en Mastodon, komen ondanks weerstand tegen die grote platforms maar moeizaam van de grond. Nederland blijft daarmee kwetsbaar voor beïnvloeding door enkele heel grote Amerikaans Tech-bedrijven.
In hoeverre dit in Europa een probleem is of dreigt te worden moet blijken uit onderzoek. Hier lijkt echter weer een ander probleem te ontstaan. Zeer grote platform aanbieders, zoals X, dienen dergelijke gegevens over het algoritme en de advertenties namelijk bij te houden in een archief. Dit archief moet beschikbaar worden gesteld aan (onder andere) onderzoekers. De verplichtingen uit de DSA kunnen daarmee eventuele manipulatie verder inzichtelijk maken. Dat zou handhaving vanuit de EU en de mogelijkheid om structurele wijzigingen in de algoritmes af te dwingen, makkelijker maken. Desondanks blijkt de handhaving van de informatieplicht lastig. Zelfs na een bevel van de Duitse rechter weigert X de data te overhandigen. En als er dan gegevens worden overhandigd door X dan is het maar de vraag in hoeverre deze betrouwbaar . Het onderzoek van de EU Commissie dat kan leiden tot sterkere maatregelen, is van start gegaan in 2023. In januari 2025 heeft de Europese Commissie nieuwe vragen gesteld aan X. De kans dat dit onderzoek binnen afzienbare tijd voltooid is en tot verandering heeft geleid, lijkt klein.
Dit alles maakt dat Nederland ook in de digitale wereld een spannende verkiezingsperiode tegemoet gaat. De wetgeving om op te treden tegen desinformatie is niet perfect maar ligt er wel. De handhaving daarentegen roept nogal wat vragen op over de effectiviteit ervan.
Reacties