Vrijheid, gelijkheid en onverkiesbaarheid ? Le Pen’s veroordeling voor misbruik van (Europese) overheidsgelden
De ophefmakende beslissing van het Tribunal judiciaire te Parijs over het misbruik van overheidsgelden door het Rassemblement National, Marine Le Pen en nog meer dan twintig andere personen telt 152 pagina’s. Enkele fragmentaire uitspraken in de media waren voldoende om de magistraten doelwit te maken van bedreigingen, en voor een concert van spontane steunbetuigingen voor de veroordeelden door het Kremlin, Victor Orbán, Matteo Salvini of Le Pens politieke concurrenten, die ootmoedig doch schalks haar electoraat in het vizier nemen.
Het duurde uiteraard even voor voorzitster de Perthuis (een voormalig bedrijfsrevisor die uit overtuiging besloot om magistraat te worden) het vonnis integraal had voorgelezen. Kwaliteitskrant Le Monde publiceerde uittreksels. Marine Le Pen en het Rassemblement National (RN) maakten gebruik van fictieve tewerkstellingscontracten, op systematische wijze (vrij vertaald naar het Nederlands):
‘Er is vastgesteld dat al deze contracten niet beantwoordden aan enige behoefte aan parlementaire ondersteuning van het [Europees] parlementslid en geen werkelijk doel dienden. Het ging niet om administratieve fouten of om het verkeerd [te goeder trouw] interpreteren van verwarrende Europese regels door de afgevaardigden, maar om het doelbewust omleiden van geldstromen binnen een systeem dat was opgezet om de financiële lasten van de partij te verlichten.’’.
Marine Le Pen en het RN bedriegen volgens de rechtbank zowel hun kiezers als het Europees Parlement. Bijkomend – net als in het geval van Nicolas Sarkozy, veroordeeld voor een pacte de corruption (een afspraak om een magistraat in het Hof van Cassatie te proberen omkopen) – wijst de rechtbank op de strengere eisen van voorbeeldigheid (probité) van de verkozenen des volks.
Het is niet aannemelijk dat de beschuldigden een verschoonbare dwaling kunnen inroepen. Marine Le Pen behaalde een diploma rechten aan de Université Paris II Panthéon-Assas, en was zelf een aantal jaar actief als advocate. Nemo censetur ignorare legem:
‘Hun houding onthult bij de veroordeelde personen -van wie de meesten een opleiding als jurist of advocaat hebben genoten- een weinig democratische opvatting van de politieke functie en van de daarmee gepaard gaande vereisten en verantwoordelijkheden’’
Gelijkheid
De hoeksteen van de beslissing is het republikeinse principe van gelijkheid. Na de afschaffing van het heerlijk stelsel, het leenrecht, de voorrechten en de privileges in de nacht van 4 augustus 1789, vaardigde de Assemblée nationale constituante op 26 augustus 1789 de Déclaration des droits de l’homme et du citoyen uit. Hoewel de Déclaration (zie verder) ook het recht van eenieder garandeert om verkozen te worden, geldt evenwel boven alles dat alle mensen gelijk en vrij in rechte geboren worden en blijven (art. 1), alsook dat de wet (‘uitdrukking van de volkswil’) dezelfde is voor allen: het maakt niet uit of ze beschermt, dan wel bestraft (art. 6).
Waarom zou de rechter de straf van de onverkiesbaarheid niet toepassen voor actieve politici ? Ook niet-verkozenen kunnen ze (bij voorraad uitvoerbaar) opgelegd krijgen. De rechtbank verwoordt het als volgt:
‘We houden eraan te herinneren dat gelijkheid voor de wet een van de pijlers van de democratie is. Bij overtreding van het strafrecht genieten gekozen vertegenwoordigers geen enkele immuniteit. De wetgever, die spreekt namens het soevereine volk, heeft zelfs bepaald dat, bij verduistering van publieke middelen, ambtsdragers met name de maximale straf voor wanbedrijven kunnen oplopen: tien jaar gevangenisstraf, alsook -als bijkomende straf- een uitsluiting van verkiesbaarheid die eveneens tot tien jaar kan duren’.
Miskenning van de Conseil Constitutionnel ?
Afgelopen vrijdag werd met spanning uitgekeken naar het antwoord van de Conseil Constitutionnel (Grondwettelijke Raad) op een prejudiciële vraag rond de automatische onverkiesbaarheid van een lokale politieke ambtsdrager in Mayotte (zie beslissing hier). De politieke context speelt opnieuw een grote rol. Richard Ferrand, de onlangs benoemde voorzitter van de Grondwettelijke Raad, overleefde met één stem verschil de parlementaire hoorzittingen voor de gezamenlijke Commission des lois van Assemblée nationale en Senaat. Hij beschikt niet over een rechtendiploma, wat de kritiek van (onder andere) constitutionaliste Laureline Fontaine (Paris III Sorbonne Nouvelle) over het gebrek aan professionalisering in de Raad versterkte. Het RN… had zich welwillend onthouden. Dit creëerde de indruk dat er een wederdienst verwacht werd.
De Raad probeerde zoveel mogelijk uit het vaarwater te blijven van de hangende zaak rond Le Pen. Toch trok één algemene overweging de aandacht:
Tenzij men het recht om verkozen te worden, gewaarborgd door artikel 6 van de Verklaring van 1789, zou miskennen, hoort de rechter in zijn beslissing te beoordelen of de inbreuk die deze maatregel met zich zou kunnen meebrengen op de uitoefening van een lopend mandaat en op de bescherming van de vrijheid van de kiezer, proportioneel is.
De bodemrechter wordt dus, in de ogen van de Raad, herinnerd aan de verplichting om de impact van de -bij voorraad uitvoerbare- onverkiesbaarheid af te wegen tegen de “vrijheid van de kiezer” en het recht op verkiesbaarheid, zoals gegarandeerd door de Déclaration des droits de l’homme et du citoyen van 26 augustus 1789, die integraal deel uitmaakt van het Franse bloc de constitutionnalité.
Heeft het Tribunal judiciaire van Parijs rekening gehouden met deze aansporing ? Op basis van de uittreksels in de pers lijkt het eerder aannemelijk dat de straffen individueel zijn gemotiveerd en aangepast, in functie van de ernst van de bewezen feiten en de houding van de partijen tijdens het proces. Louis Alliot (burgemeester Perpignan) is niet bij voorraad onverkiesbaar, omdat de rechters geen einde wensten te stellen aan zijn mandaat als burgemeester. De onverkiesbaarheid van Le Pen wordt gemotiveerd door ‘le trouble majeur à l’ordre public démocratique’ en het risico op recidive. De staalharde ontkenning van de feiten en het gebrek aan schuldinzicht worden in dat verband als aanwijzingen gezien.
De voormalige secretaris-generaal van de Conseil Constitutionnel, Jean-Eric Schoettl, heeft bedenkingen bij de motivering van het vonnis. Hij stelt in een stuk op de nieuwssite Marianne dat de rechtbank maandag de beslissing van de Grondwettelijke Raad van afgelopen vrijdag miskent. Dit lijkt tot dusver evenwel een minderheidsstandpunt. De dag van de uitspraak zelf ontkende grondwetspecialist Julien Boudon (Libération) dat het oordeel van de Grondwettelijke Raad een impact zou kunnen hebben op de correctionele zaak, omdat lokale verkozenen door de prefect (te vergelijken met een Commissaris van de Koning in Nederland) kunnen worden afgezet, en de vraag hoofdzakelijk daarop betrekking had, eerder dan op de onverkiesbaarheid bij voorraad (inéligibilité par exécution provisoire). De beslissing van het Tribunal judiciaire opent overigens met de weerlegging van de ingeroepen nietigheden, alsook met de wens van de verdediging om een prejudiciële vraag aan de Raad te richten.
Wetgevende uitweg?
Marine Le Pen blijft lid van de Assemblée nationale. Wanneer en indien haar veroordeling definitief geworden zal zijn (wat nog enige tijd kan duren), is het evenwel zo dat de Grondwettelijke Raad, op vraag van het parket, kan vaststellen dat zij niet meer kan zetelen. Dan verliest zij ook dit mandaat, van rechtswege. Dit kan ook eerder, met name bij ontbinding van de Assemblée door de President van de Republiek, aangezien in dat geval alle leden van de Assemblée een eind zien komen aan de legislatuur. Na de ontbinding van juli 2024 werd een nieuwe ontbinding een jaar lang onmogelijk. Vanaf juli 2025 (art. 12 laatste lid, Grondwet 1958) kan dit wél weer. In de huidige samenstelling is de Assemblée nationale bijzonder instabiel: het bleek de afgelopen negen maanden onmogelijk om een werkbare meerderheid te vinden. Het is meer dan waarschijnlijk dat ten laatste in 2027 de nieuw verkozen President (de opvolger van Emmanuel Macron) opnieuw zal ontbinden, om te kunnen steunen op een parlementaire meerderheid.
Niets belet, uiteraard, dat Assemblée nationale en Sénat de wet aanpassen, en de automatische onverkiesbaarheid aanpassen of schrappen, nog voor of tijdens het proces in beroep. Bondgenoot Eric Ciotti (voormalig voorzitter van het neogaullistische Les Républicains) diende een voorstel in die zin in. Via het Lex Mitior-principe (de mildere strafwet kan tijdens een proces worden toegepast op feiten die voorheen zwaarder werden bestraft) zou Le Pen in beroep vervolgens een lagere straf kunnen krijgen. Dit vereist evenwel een parlementaire meerderheid. De gerechtelijke problemen van de MoDem (partij van de Eerste Minister, François Bayrou) en La France Insoumise (partij van Jean-Luc Mélenchon) zouden gezien kunnen worden als een aanzet voor een alternatieve meerderheid. De Parti Socialiste steunt evenwel uitdrukkelijk de rechters: il n’y a pas de République des juges, mais uniquement des juges de la République. De opvolger van de partij van Jean Jaurès lanceerde een petitie ter ondersteuning van de rechterlijke macht.
Is de Franse wetgever te puriteins geweest voor de zeden van een land met een eerder mediterrane politieke cultuur? Het is ver van zeker dat een meerderheid gevonden wordt. Het doel van de bij voorraad uitvoerbare onverkiesbaarheid is afschrikking: wie zich wil laten verkiezen, mag zich niet laten verleiden tot het misbruiken van overheidsgeld. Als deze straf verdwijnt, verkleint ook het ontradend effect van de strafbaarstelling. Het vertrouwen van het publiek in de overheid staat centraal, zoals de rechtbank in haar beslissing onderlijnt. Een duidelijke meerderheid van de bevolking ziet geen graten in de uitspraak van de rechtbank, en volgt de redenering als zou er voor Le Pen geen uitzonderingsregime mogelijk zijn.
Oh, sacré Charlemagne…
Het is ironisch dat er een Europese bron aan de basis ligt van deze interne gerechtelijke problemen voor de extreemrechtse partij, en binnenkort misschien wel haar eurokritische evenkie, La France Insoumise. Mélenchon stelde fors dat enkel de kiezer mandatarissen zou mogen afzetten, per referendum. Zoals hierboven vermeld, was dit in het geval van Le Pen niet van toepassing voor haar mandaat in de Assemblée Nationale, dat hoe dan ook niet beëindigd wordt door het vonnis.
Le Pen riep bij haar interventie op TF1 zondagavond in dat ze geen andere keuze had, door de beperkte vertegenwoordiging van “de” oppositie in de Assemblée nationale voor 2022. Het meerderheidssysteem speelt kleinere partijen parten. Ook François Bayrou (die ontslag nam als Minister van Justitie door een gelijkaardige affaire in 2017) en de centristische partij MoDem zijn nog niet helemaal van de radar van het gerecht verdwenen na beroep van het openbaar ministerie. De -bewust off the record– uitlating als zou hij zich “getroubleerd” voelen door de uitspraak van het Tribunal judiciaire lijkt niet geheel vrij van enige verwarring tussen privé- en algemeen belang.
Het bekende liedje van France Gall, Sacré Charlemagne (1964) lijkt wel heel toepasselijk. Franse politici gebruiken gemakkelijk Europees geld om hun particuliere hexagonale belangen te bevorderen, alsof de Europese eenmaking niet meer dan een gaullistisch verlengstuk zou zijn van La Grande Nation. Wie zou nu moeten boeten voor het miskennen van die “Sacré Charlemagne…”? Is het Europees parlement enkel dat van de koning der Franken, of van de burgers van de Unie ? De rechtbank lijkt eerder de laatste stelling genegen.
Reacties