Terug naar overzicht

Over de algemene verkiezingen in Chili: een vertrouwde dynamiek vol onbekenden


Afgelopen zondag 16 november vonden in Chili de algemene verkiezingen plaats. De burgers kozen een nieuwe president, de volledige Kamer van Afgevaardigden (die 155 zetels telt) en de helft van de Senaatszetels (die 50 zetels telt). De verkiezingen voor een nieuwe president krijgen een follow up, nu er nog geen winnaar uit de bus is gekomen. In de tweede ronde op 14 december kan gekozen worden tussen twee kandidaten: Jeanette Jara, lid van de Communistische Partij en de enige kandidate aan de linkerkant van het politieke spectrum, die ongeveer 27% van de stemmen behaalde, en José Antonio Kast van het radicaal-rechtse Republicanos, die rond de 24% kreeg.

De uitslag en de voorspellingen van zondag wijzen erop dat Kast waarschijnlijk de volgende president van Chili wordt. Zijn mogelijke presidentschap kan echter twee richtingen uitgaan. Enerzijds zou het kunnen uitmonden in een Bukele-achtig regime, sterk gericht op ‘law and order’ en gesteund door brede lagen van de bevolking, maar met het risico dat dit ten koste gaat van democratische normen en de rechtsstaat. Anderzijds kan Kast al snel te maken krijgen met een groeiende en populaire oppositie tegen zijn bezuinigingsplannen, wat mogelijk leidt tot massale straatprotesten – vergelijkbaar met de situatie tijdens het presidentschap van de voormalige rechtse leider Sebastián Piñera.

Chili: een ingebouwde politieke balans

Al meer dan twintig jaar kenmerkt de Chileense politiek zich door een opvallende afwisseling van macht. De laatste keer dat een zittende president werd opgevolgd door een kandidaat van zijn eigen politieke kamp was toen Michelle Bachelet in 2006 Ricardo Lagos opvolgde. Daarna leidde de (inmiddels overleden) Sebastián Piñera twee rechtse regeringen (2010–2014, 2018–2022), terwijl Michelle Bachelet en Gabriel Boric respectievelijk linkse regeringen leidden (2014–2018 en 2022–2026).

De grondwetgevende procedures van enkele jaren geleden volgden een vergelijkbaar patroon: het ene grondwetsontwerp neigde naar links, het andere naar rechts, en beide werden uiteindelijk afgewezen. In feite waren beide grondwetsontwerpen natuurlijk het resultaat van voor de gelegenheid verkozen grondwetgevende vergaderingen: de eerste, links-georiënteerde vergadering, werd gekozen tijdens Piñera’s presidentschap; de tweede, rechts-georiënteerde vergadering, werd gekozen tijdens Boric’s – een perfect symmetrische crossover.

De resultaten van afgelopen zondag kunnen erop wijzen dat deze trend zich zal voortzetten: de drie rechtse kandidaten – José Antonio Kast, Johannes Kaiser en Evelyn Matthei – kregen in totaal 50,3% van de stemmen. Dit betekent dat José Antonio Kast als favoriet moet worden beschouwd voor de tweede ronde op 14 december.

Je zou kunnen zeggen dat deze afwisseling het gelukkige gevolg is van een volwassen politiek bestel, waarin teleurstelling of frustratie met de zittende regering kan worden verwerkt en omgezet in steun voor de oppositie. Toch zijn sommige elementen van deze verkiezing nieuw. Waar Piñera en Bachelet leiders waren van centrumrechtse en centrumlinkse coalities die decennialang het Chileense politieke toneel domineerden, verscheen Boric al als vertegenwoordiger van een coalitie die verder links stond dan diens voorgangers. Deze dynamiek is nu geïntensiveerd. Kast en Kaiser, beiden uiterst-rechtse kandidaten, kregen samen drie keer meer electorale steun dan Evelyn Matthei, de kandidaat van de meer gematigde rechterzijde, die 12,5% van de stemmen kreeg.

 Voor de Kamer van Afgevaardigden kregen Kasts radicaalrechtse Republicanos en Johannes Kaisers radicaalrechtse Partido Nacional-Libertario (een radicalere afsplitsing van Republicanos), die samen de coalitie Cambio por Chile vormden, 2,4 miljoen stemmen –  200.000 meer dan Evelyn Matthei’s Chile Grande y Unido – waarmee zij acht zetels meer behaalden dan laatstgenoemde.

Een nadere blik op Kast en Chili

De verkiezingsresultaten en prognoses nodigen uit tot een beschouwing over wat een mogelijke regering onder leiding van Kast zou kunnen inhouden.

De beweging richting de extremen die in Chili waarneembaar is, sluit uiteraard aan bij bredere politieke trends wereldwijd: het fenomeen dat traditionele (gematigde) partijen ofwel van buitenaf worden ingehaald door extremere partijen of intern worden overvleugeld door radicale facties, lijkt gangbaar geworden. De Chileense rechterzijde rond Kast lijkt zich te profileren rond een discours dat een bijna eindeloze keten van crises en noodsituaties diagnosticeert: openbare veiligheid, immigratie, economische stagnatie, staatsinefficiëntie, enzovoort.

Het idee dat het land zich in een noodtoestand bevindt, is inmiddels gemeengoed geworden in het politieke discours: in lijn met Nigel Farage in het Verenigd Koninkrijk en Geert Wilders in Nederland heeft Kast ook de taal van de noodtoestand gebruikt om de contouren van zijn presidentschap te definiëren, die hij een  “noodtoestandsregering” heeft genoemd. met een sterke nadruk op veiligheid – wet en orde – en immigratie.

In lijn met wereldwijde trends streeft Kast ernaar ‘de staat’ radicaal te verkleinen. In een veelbesproken column noemde zijn voornaamste adviseur, Cristián Valenzuela, ambtenaren “parasieten”. In lijn met de radicale agenda’s van Donald Trump in de Verenigde Staten en Javier Milei in Argentinië, heeft Kast beloofd de overheidsuitgaven in zijn eerste 18 maanden als president met 6 miljard USD te verminderen, ook al is hij uiterst vaag gebleven over het hoe en waar ervan.

Kast, een bewonderaar van de Chileense dictator Pinochet – van wie hij in het verleden beweerde dat deze, indien hij nog leefde, op hem zou hebben gestemd – moet daarom worden beschouwd als een figuur uit dezelfde ideologische hoek als Bukele uit El Salvador, voormalig Braziliaanse president Bolsonaro en de Amerikaanse president Trump.

Toch weerspiegelt de huidige situatie in Chili niet helemaal de wereldwijde trends. Want waar radicaal-rechtse autoritaire regeringen elders meestal proberen de rechterlijke macht als mogelijke institutionele tegenmacht te neutraliseren, heeft de Chileense rechterlijke macht zichzelf in een fundamentele crisis begeven. Voormalig president van het Hooggerechtshof,  Sergio Muñoz, werd vorig jaar afgezet omdat hij zaken besliste waarbij zijn dochter – eveneens rechter – betrokken was, en omdat hij geen disciplinaire maatregelen tegen haar had genomen.

Een andere voormalige rechter, Angela Vivanco, werd eveneens afgezet: in haar geval ging het om betrokkenheid bij een omvangrijk corruptienetwerk dat politici, leden van de rechterlijke macht en het openbaar ministerie, evenals ondernemers omvatte. Details van dat uitgebreide netwerk blijven naar buiten komen en leiden tot verdere afzettingen van zittende rechters.

En kort geleden werd een rechter van het Hof van Beroep van Santiago, Antonio Ulloa, door de Senaat afgezet wegens betrokkenheid bij hetzelfde plan. Een andere rechter van het Hooggerechtshof, Diego Simpertigue, zou hetzelfde lot kunnen ondergaan na onthullingen dat een bedrijf waarover hij in het voordeel oordeelde, mogelijk een cruise door Europa voor hem had gefinancierd.

En dit is niet het enige corruptieschandaal dat de kern van Chili’s institutionele infrastructuur treft. Eerder dit jaar beweerde de zogeheten Comptroller-Generaal, een autonoom orgaan van dat de overheid controleert, dat tot 25.000 ambtenaren buiten Chili hadden gereisd terwijl ze met ziekteverlof waren. Het hoofd van het kantoor van de Comptroller-Generaal, Dorothy Pérez, is in feite een zeer populaire figuur geworden in Chili, voornamelijk vanwege het blootleggen van vermeende corruptieschandalen binnen de staat.

Stabiele staatsinstellingen, een Chileens handelsmerk sinds de terugkeer naar democratie, althans tot de massale protesten van 2019, tonen dus zichtbare scheuren. Hoe zullen deze crises, samen met radicaal-rechtse retoriek, zich de komende vier jaar ontvouwen?

Het vooruitzicht

Een eerste cruciale vraag na de verkiezingen van zondag 16 november zal de positionering zijn van Franco Parisi’s Partido de la Gente. Parisi, een controversiële populist zonder duidelijke ideologische lijn, werd derde in de presidentsverkiezing en behaalde bijna 20% van de stemmen. Tijdens zijn campagne beweerde hij dat Chili noch “fascistisch, noch communistisch” is; zijn politiek discours richt zich eerder op de onvrede van het volk, die hij uitbuit met anti-staats- en anti-bureaucratiestandpunten. Zijn partij behaalde 14 afgevaardigden in de Kmer van Volksvertegemwoordigers. Hoewel hij niet onmiddellijk bereid was Kast of Jara te steunen, zou de Partido de la Gente een politiek invloedrijke factor kunnen worden: zal Parisi de krachten bundelen met Kast, en de relatie tussen staat en markt op radicale wijze verstoren? In de Kamer van Afgevaardigden beschikken de gematigde rechterzijde, de radicaal-rechtse coalities plus de Partido de la Gente samen over een grondwettelijke meerderheid – al is dat niet het geval in de Senaat. Hoe dan ook is het redelijk duidelijk dat Kast zijn comfortabele meerderheid in het Congres zal proberen te gebruiken om zijn programma snel door te voeren. Het is bovendien denkbaar dat de publieke opinie minder kritisch zal zijn over bijvoorbeeld massale ontslagen van ambtenaren, gezien de recente corruptieschandalen.

De kernvraag bij dit alles lijkt te zijn of de traditionele gematigde rechterzijde haar rol als tweede of derde politieke kracht op de rechterflank gelaten zal accepteren, of dat zij actief zal proberen te functioneren als interne oppositie. Zal ze haar huidige beweging richting het radicaal-rechtse spectrum voortzetten – en misschien zelfs verdiepen – of zal de traditionele rechterzijde erin slagen om op eigen kracht de latente onvrede te kanaliseren?

Een tweede cruciale factor zullen de burgers zijn. Beide rechtse regeringen van Sebastián Piñera werden geconfronteerd met grote protesten en demonstraties – de eerste tijdens zijn presidentschap 2010–2014, onder meer geleid door universiteitsstudenten onder leiding van de huidige president Gabriel Boric; de tweede, tijdens zijn presidentschap 2018–2022, effende de weg voor het eerste grondwetgevende proces. Aangezien beide grondwetgevende processen uiteindelijk mislukten en Parisi erin slaagde te profiteren van de teleurstelling, zou er wel eens een groot potentieel voor een nieuwe golf van protesten kunnen zijn. Een belangrijk aspect zal dus zijn of Kast erin slaagt de aanzienlijke bezuinigingen op de overheidsuitgaven in zijn programma door te voeren – bijvoorbeeld door de sociale uitgaven stevig te reduceren – zonder protesten uit te lokken zoals die onder Piñera’s regeringen, de enige rechtse regeringen in Chili sinds de dictatuur van Pinochet. Mocht het tot protesten komen, dan is het zeer waarschijnlijk dat de regering-Kast zal proberen deze onder nog strengere voorwaarden te bestrijden dan de zware repressie door politie en strijdkrachten tijdens Piñera’s tweede regering.

Zou Kast dergelijke confrontaties gebruiken om zichzelf aan de macht te houden, zoals zijn rolmodellen elders al min of meer succesvol hebben geprobeerd? Welke rol zou een verzwakte, door crisis geteisterde rechterlijke macht kunnen spelen als rem op autoritaire tendensen van een regering die al tijdens de verkiezingscampagne diep verankerd was in een discours van noodtoestand?

We kunnen slechts hopen dat Chili na de komende vier jaar niet met nostalgie zal terugdenken aan politieke afwisseling.

Dit blog verscheen in eerste instantie op 18 november op Verfassungsblog. Zie: A Familiar Dynamic Full of Unknowns

Over de auteurs

Rodrigo Kaufmann

Rodrigo Kaufmann is universitair docent staats- en bestuursrecht aan Tilburg University

Reacties

Andere blogs van Rodrigo Kaufmann
Randen van Europa: antirechtsstatelijke politiek
#2: The German AfD and right-wing authoritarianism: Three acts with a dramatic ending
‘By the Grace of God’
Vrouwen kiezen: de (ontbrekende) discussie over pariteit