Terug naar overzicht

Brexit, Trump en Tweede Kamer verkiezingen: Overeenkomsten en verschillen


Opluchting
Nee, de PVV is niet de grootste partij geworden en Geert Wilders heeft de Tweede Kamer verkiezingen niet gewonnen. Tot opluchting van vooral veel buitenlandse commentatoren en politici. Een zege van Wilders zou, zo werd verwacht, een domino-effect tot gevolg kunnen hebben, met de verkiezingen in Frankrijk en Duitsland voor de boeg. Maar geen Nexit en Trumpiaanse taferelen dus; dat zag de Nederlandse kiezer kennelijk niet zitten. Toch vertoont de uitslag van de verkiezingen op 15 maart jl. een opmerkelijke gelijkenis met de uitslagen van het Brexit referendum en de verkiezingen in de VS in 2016. Niet alleen de grote geografische verschillen, ook de complexe onderliggende dynamiek lijkt in grote lijnen hetzelfde.

Hoe hebben het VK en de VS gestemd en wat zegt dit over de verkiezingsuitslag in Nederland?

Brexit
Eerst het Verenigd Koninkrijk. Op 23 juni 2016 koos dat voor een Brexit: in 270 van de 399 ‘counting areas’ behaalde het ‘leave’ kamp een meerderheid van de stemmen. De uitslag liet grote verschillen zien tussen regio’s. Zo stemden Londen, Schotland en Noord-Ierland tegen een Brexit. Opvallend is dat Wales en het Noordwesten van het VK voor een Brexit stemden. In absolute termen ontvangen deze regio’s namelijk de hoogste bedragen aan Europese fondsen. Het Brexit referendum ging dus blijkbaar niet, of niet uitsluitend, over wat de EU oplevert.

Wat is dan wel de onderliggende dynamiek?

Michael Wake is een 50-jarige vorkheftruckchauffeur uit Sunderland, vlakbij Newcastle. Hij stemde ‘leave’ en zegt: ‘Alle industrie hier, alles is weg. We waren machtig, sterk. Maar Brussel en de overheid, ze hebben het allemaal afgenomen’.[1] In plaatsen zoals Sunderland lijkt een stem voor een Brexit vooral een stem tegen het politieke establishment te zijn geweest. Het establishment dat geen aandacht heeft voor de behoeften van mensen zoals Wake en hun zorgen niet begrijpt. Een ‘poke in the eye’, noemt Wake de uitslag daarom.

Als we de uitslag van het referendum daarnaast vergelijken met de bekende demografische kenmerken, dan kunnen we enkele interessante patronen onderscheiden. De beste voorspeller voor een ‘remain’ stem blijkt het aandeel van inwoners met een afgeronde opleiding: hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans dat ‘remain’ werd gestemd. Terwijl mensen van buitenlandse afkomst gemiddeld meer voor een ‘remain’ stemden, stemden oudere mensen gemiddeld meer voor een ‘leave’. De meeste uitzonderingen op deze en enkele andere trends zien we in Schotland, waar de uitslag van het referendum in belangrijke mate het groeiende onafhankelijkheidsstreven reflecteert.

Een ander belangrijk patroon is dat in de steden. In de kosmopolitische en multiculturele binnenstad van Londen zien we een meerderheid voor ‘remain’, terwijl in arbeiderswijken buiten het centrum, zoals in Oost-Londen, ‘leave’ won. Die wijken stemden traditioneel Labour maar gingen tijdens de parlementsverkiezingen van 2015 naar UKIP van Nigel Farrage. Vaak uit een combinatie van onvrede over immigratie, werkloosheid, de afgekalfde sociale voorzieningen en een gevoel van onzekerheid over de toekomst en het verlies van traditionele waarden.

Trump
Hoe zit dat in de Verenigde Staten? Op 8 november 2016 werd daar Donald Trump tot president verkozen. Hij behaalde 302 van de in totaal 538 ‘electoral votes’, de zogenaamde kiesmannen. Ruim meer dan de 270 ‘electoral votes’ nodig om te winnen van Hillary Clinton. Ook deze uitslag liet grote verschillen zien tussen regio’s. Die geografische polarisatie is niet ongebruikelijk in de VS. Bij deze verkiezingen lijken de bekende regionale en religieuze scheidslijnen echter te zijn vervangen door demografische.

Ook hier is weer de vraag: wat is de onderliggende dynamiek?

Trump zou waarschijnlijk niet hebben gewonnen zonder de invloed van het platteland en kleinere stedelijke gebieden. Daar was de opkomst aanmerkelijk hoger dan tijdens de vorige verkiezingen en deed Trump het ook veel beter dan Mitt Romney destijds.

De verschillen in stemgedrag tussen de grote steden en de dunbevolkte gebieden kunnen niet los worden gezien van de economische prestaties in beide typen plaatsen. De crisis sloeg harder toe in de grote steden, maar de economie is daar wel veel sneller weer gegroeid. In veel kleinere stedelijke gebieden en op het platteland is het aantal banen nog steeds niet terug op het oude niveau. Die gebieden zijn in het algemeen ouder, witter en lager opgeleid dan andere delen van de VS, en de inkomens zijn lager dan in grote stedelijke gebieden.

Dennis Haines, 57, is zijn baan kwijt, omdat de fabriek waar hij werkte onlangs werd gesloten. Hij zegt: Het is of je behoort tot het establishment of je gaat voor verandering. Mensen willen verandering. Een kerel als Donald Trump, hij gaat voor verandering.’[2] Veel Amerikanen zoals Haines zijn gefrustreerd dat ze er niet meer aan te passen komen in de economie, dat hun lonen er niet op vooruit zijn gegaan. Maar ze keren zich, samen met de middenklasse, ook tegen de waarden van het establishment – globalisering, multiculturele tolerantie en openheid voor verschillen.

Als we ook hier naar de statistieken kijken, voorbij het belang van economische prestaties, dan zien we dat Trump in ‘swing states’ zoals Michigan, Wisconsin, Ohio en Pennsylvania op een zelfde manier heeft gewonnen: door het veel beter te doen dan Clinton onder ‘blue-collar workers’. En wel zoveel beter dat de stemmen die Clinton behaalde in stedelijke en randstedelijke gebieden daarmee in het niet vielen. Clinton deed het ook niet goed genoeg in Afro-Amerikaanse gemeenschappen en onder jongeren. Ze behaalde wel veel meer stemmen dan Trump onder hoogopgeleiden.

Het resultaat is een sterke toename van de polarisatie op basis van demografische kenmerken, vooral tussen stad en platteland en tussen hoger en lager opgeleiden. De combinatie van een hoge Trump opkomst op het platteland, en een lage Clinton opkomst in de steden, is daarmee een van de belangrijkste verklarende factoren voor de verkiezingsuitslag in de VS.

Tegenstellingen
In zowel het VK als de VS zien we dus grote verschillen tussen regio’s. Ook de onderliggende dynamiek is vergelijkbaar. De toegenomen tegenstelling tussen stad en platteland, en binnen steden. Tussen hoger- en lageropgeleide burgers. Het Brexit referendum in de VK en de verkiezingen in de VS laten een groeiende tegenstelling zien: aan de ene kant, degenen die profiteren van het multiculturele globalisme en het omarmen en, aan de andere kant, het ethno-nationalisme van burgers die zich in de steek gelaten voelen, economisch maar in toenemende mate ook cultureel.

Die tegenstelling zien we ook weerspiegeld in de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen en zagen we al eerder in Oostenrijk, hetzij dat populistische partijen hier geen meerderheid behaalden. In Nederland kwamen D66 en GroenLinks als winnaars uit de bus in steden zoals Amsterdam en Utrecht, terwijl de SP en de PVV vooral in perifere gebieden als Zuid-Limburg en Oost-Groningen populair zijn. In Oostenrijk versloeg de groene kandidaat Alexander van der Bellen de extreemrechtse FPÖ kandidaat Norbert Hofer in de race om het presidentschap. De winst van Van der Bellen was vooral te danken aan de stedelijke gebieden; zo stemden alle 23 districten van Wenen op hem. Het is afwachten wat de Fransen en Duitsers later dit jaar gaan doen, maar Nederland en Oostenrijk hebben laten zien dat uitslagen zoals in het VK en de VS geenszins vastliggen.

Schokdemping
Uiteraard zijn er grote verschillen met het VK en de VS. Het Nederlandse kiesstelsel is anders, en er is sprake van een hele andere politieke cultuur. Dat heeft zeker nadelen. We zien een enorme versplintering van het politieke landschap die het vormen van een stabiele regeringscoalitie buitengewoon moeilijk maakt. Tegelijkertijd zijn er ook voordelen. Het systeem dempt politieke schokken in plaats van die te vergroten zoals in de Britse en Amerikaanse ‘winner takes all’ systemen. Dit maakt het mogelijk op zoek te gaan naar overeenstemming, zonder daarbij de tegenstellingen die er zijn, vooral die op het culturele vlak, weg te moffelen, of als zuiver economisch te kwalificeren.

Dat laatste zal nog een hele klus worden, juist ook nu het economisch beter gaat en de neiging zal zijn de tegenstellingen vooral financieel te verkleinen. Wat dat betreft dus zeker geen reden voor opluchting.

 


[2] https://www.nytimes.com/2016/07/03/opinion/sunday/donald-trumps-appeal-to-rust-belt-workers.html

Over de auteurs

Martijn Groenleer

Martijn Groenleer is hoogleraar recht en bestuur aan Tilburg University en directeur van het Tilburg Center for Regional Law and Governance (TiREG). Op 20 maart 2017 sprak hij bovenstaande tekst als column uit tijdens het door BrabantKennis en TiREG georganiseerde post-election event ‘Swingstate Brabant’. De tekst is ook beschikbaar als TiREG discussion paper.

Reacties

Andere blogs van Martijn Groenleer
Experimentele bestuursvormen: een beetje extraparlementair kan ook