Artikel 141 - Bekendmaking herziene Grondwet


Grondwetsbepaling

De tekst van de herziene Grondwet wordt bij koninklijk besluit bekendgemaakt, waarbij hoofdstukken, paragrafen en artikelen kunnen worden vernummerd en verwijzingen dienovereenkomstig kunnen worden veranderd.

Tekstplaatsing

Artikel 141 bestendigt een praktijk van dubbele bekendmaking. Allereerst is er de bekendmaking van de wijzigingswet, waarop artikel 139 ziet. Deze is constitutief: de gewijzigde Grondwetsbepaling verkrijgt er verbindende kracht door. Vervolgens is er de bekendmaking van een nieuwe doorlopende tekst van Grondwet.

Artikel 141 belichaamt een principieel andere benadering dan die van de Verenigde Staten, waar wijzigingen niet in de Constitutietekst worden verwerkt, maar als amendementen daarbij worden gevoegd.

Een illustratie van het Nederlandse stelsel biedt de Grondwet van 1983. Op 19 januari 1983 waren de wijzigings en aanpassingswetten aangenomen. Zij werden op 28 januari 1983 in het Staatsblad geplaatst.1 Stb. 1983, 1551. Een KB van 1 februari 19832 Stb. 1983, 68. bepaalde dat de plechtige afkondiging, zoals door artikel 212 Grondwet 1972 vereist, zou plaatsvinden door uitgifte van een buitengewone Staatscourant op 17 februari 1983.3 Stcrt. 1983, 34a. Deze bevatte slechts de teksten van de wijzigings en aanpassingswetten, maar met de verschijning ervan was de inwerkingtreding een feit. Het KB vereist door artikel 214 Grondwet 1972, inhoudelijk gelijk aan het huidige artikel 141, werd dezelfde dag in het Staatsblad geplaatst,4 KB 17 februari 1983, Stb. 1983, 70. met als annex de doorgenummerde tekst. Dit KB verscheen dus onder het regime van de nieuwe Grondwet. De praktijk van de dubbele bekendmaking werd voortgezet in 1987 en in 1995, zij het dat in het laatste geval de herziene tekst pas in 1996 werd bekendgemaakt.5 Wetten van 10 juli 1995, Stb. 1995, 401-404; KB van 29 maart 1996, Stb. 1996, 218. Deze bekendmaking van de tekst met vertraging heeft zich herhaald na de herzieningen van 1999 en 2000.6 Wetten van 25 februari 1999, Stb. 1999, 133135 (art. 78a en 34 en vervallen additionele artikelen); Rijkswet van 6 oktober 1999, Stb. 1999, 454 (vervallen additionele artikelen); Rijkswet van 22 juni 2000, Stb. 294 (art. 97-100). Als de herzieningen van beperkte betekenis zijn, zoals in 1999, is dit een praktische werkwijze. In 2008 ging het weer wat vlotter. Na de wijzigingswet van 27 juni 2008, werd de nieuwe tekst bekend gemaakt bij besluit van 22 augustus 2008, uitgegeven 4 september 2008 (Stb. 348).

Artikel 141 biedt een voorziening die voor gewone wetgeving niet is voorgeschreven. De wijziging van een gewone wet is voltooid met de publicatie van de wet die aangeeft op welke wijze de bestaande wet wordt gewijzigd. Geconsolideerde versies van alle wetten en andere regelingen zijn tegenwoordig te vinden via www.overheid.nl. Dit betreft echter geen officiƫle bekendmaking. Alleen de (niet-geconsolideerde) teksten die zijn bekendgemaakt in het Staatsblad, de Staatscourant en andere vanwege de overheid beschikbaar gestelde publicatiebladen hebben een officieel karakter.

Vernummering

De mogelijkheid dat hoofdstukken, paragrafen en artikelen worden vernummerd en verwijzingen dienovereenkomstig kunnen worden veranderd, is een beperktere dan in artikel 138. Artikel 138 opent de mogelijkheid de structuur van de Grondwet en de structuurelementen die deze uitdrukken bij wet te wijzigen (waarbij een versterkte meerderheid is vereist). In artikel 141 wordt slechts de mogelijkheid geboden de nummering en verwijzing aan te passen aan de veranderingen die uit de wijziging van de Grondwet voortvloeien. Daarvoor is geen versterkte meerderheid nodig, zelfs geen wet. Het is de rubricering en de aanduiding daarvan die gevolgen kan hebben voor de interpretatie van een wettelijke regeling. Te dien aanzien kunnen op grond van artikel 138 voorzieningen worden getroffen. Op grond van artikel 141 kunnen slechts reeds getroffen voorzieningen redactioneel worden gladgestreken.

Voetnoten

  1. 1
    Stb. 1983, 1551.
  2. 2
    Stb. 1983, 68.
  3. 3
    Stcrt. 1983, 34a.
  4. 4
    KB 17 februari 1983, Stb. 1983, 70.
  5. 5
    Wetten van 10 juli 1995, Stb. 1995, 401-404; KB van 29 maart 1996, Stb. 1996, 218.
  6. 6
    Wetten van 25 februari 1999, Stb. 1999, 133135 (art. 78a en 34 en vervallen additionele artikelen); Rijkswet van 6 oktober 1999, Stb. 1999, 454 (vervallen additionele artikelen); Rijkswet van 22 juni 2000, Stb. 294 (art. 97-100).

historische-versies?

Lorem ipsum dolor sit amet consectetur, adipisicing elit. Sapiente consequuntur ipsa dolores optio porro ratione culpa aspernatur, voluptatem nostrum, possimus nihil facere natus modi nam, laboriosam a? Nihil, quos ullam?