Terug naar overzicht

Klassiekers democratische rechtsstaat #16: Gelijkheid en maakbaarheid


Gattaca (1997) is een film van scenarist en regisseur Andrew Niccol die de kijker laat nadenken over een van de fundamentele elementen van de democratische rechtsstaat: gelijkheid. De film geeft een beeld van een toekomstige, biotechnologisch geavanceerde maatschappij. Hierin staat een individu centraal dat op natuurlijke wijze (in de huidige betekenis) is verwekt en een doel wil bereiken dat vanwege bepaalde aangeboren gebreken niet voor hem weggelegd lijkt te zijn. ‘Natuurlijk’ is in die maatschappij geherdefinieerd, omdat het gebruikmaken van genetische manipulatie juist wordt beschouwd als de (nieuwe) natuurlijke manier om een kind te creëren; in dat geval kunnen de ouders het de eigenschappen geven die ze willen.

De gelijkheidsnorm
Allen die zich in Nederland bevinden moeten in gelijke gevallen gelijk behandeld worden, zo wordt in artikel 1 van de Grondwet aangegeven. Het is opvallend hoe weinig aandacht besteed wordt aan de vraag naar wie het woord ‘allen’ verwijst (en daarmee naar wie niet). Dit gebrek aan analyse heeft niet als oorzaak dat de kwestie evident zou zijn. Veeleer wordt verondersteld dat deze evident is, of heeft men er niet over willen nadenken. Ik begin met het aspect van de ‘gelijke gevallen’.

Wat zijn ‘gelijke’ gevallen?
Een individu kan proberen om optimaal te presteren, maar bij zijn streven worden ‘ingehaald’ door bepaalde technologische ontwikkelingen waarbij hij, als hij met anderen wedijvert, tegelijk met de techniek wedijvert op grond waarvan hij achtergesteld is. In Gattaca gaat het daarbij om genetische manipulatie. Men is met een achterstand geboren waarop men geen invloed heeft gehad. Tegelijkertijd zijn er verschillen in ambitie; dit wordt in de film duidelijk uit de inspanningen die de protagonist verricht om het beste uit zijn vermogens te halen.

De vraag of de nadelen voor een dergelijk individu ten opzichte van degenen die genetisch ‘superieur’ zijn op grond van het beginsel van gelijke behandeling moeten worden gecompenseerd is minder eigenaardig dan men kan denken als men zich beperkt tot het sciencefiction-kader. Zo verhoudt iemand die van een rolstoel afhankelijk is zich tot iemand met gemiddelde vermogens als die laatste zich verhoudt tot iemand die genetisch ‘superieur’ is. Ten opzichte van degene die genetisch ‘superieur’ is, is de gemiddelde persoon, met andere woorden, gehandicapt. De tragiek van de film wordt overigens benadrukt door de oorzaak van de handicap van een van de bijfiguren. Deze beschikt namelijk over zeer goede genen, maar belandt in een rolstoel na een zelfmoordpoging; hij kon het namelijk niet verkroppen dat hij ondanks zijn uitstekende uitgangspositie ‘slechts’ tweede werd bij een zwemwedstrijd. Zoals Oliver Feeney stelt: “The question is not only what is the best way to deal with inequalities, but the reasoning behind creating these inequalities in the first instance and thereby creating unequal positions in society that, no matter how good, are deliberately made lower than others.” In het geval van het aanvaarden en toepassen van genetische manipulatie vergroot men de (genetische) ongelijkheid waarin individuen geboren worden. Hierbij merk ik, om eventuele misverstanden te voorkomen, op dat datgene wat zojuist is geobserveerd niets zegt over de ‘waarde’ van de ene mens ten opzichte van de andere. Die kwestie staat daarvan namelijk los, zolang het niet om de economische waarde gaat.

‘Menselijk, al te menselijk’
Het bovenstaande leidt vanzelfsprekend tot het andere aspect uit het Grondwetartikel, namelijk de vraag naar wie het artikel verwijst. Uit de praktijk wordt immers duidelijk dat het verband van het abstracte naar het concrete wordt gemaakt door van ‘alle mensen’ uit te gaan, waaraan een – impliciete – notie van menselijkheid ten grondslag ligt. De vervolgvraag is dan natuurlijk wat onder ‘mens’ moet worden verstaan. Het is namelijk de vraag of genetische manipulatie een natuurlijk proces is en of de wezens die op grond ervan tot stand komen mensen (of ‘normale’ mensen) zijn. Hoe men hierop antwoordt, hangt af van de definitie van ‘natuurlijk’; deze definitie wordt – voor zover bekend – alleen door mensen gegeven, zodat een absolute betekenis hiervan onmogelijk of althans onbekend is. Als men onder ‘allen’ ‘alle mensen’ verstaat, wordt men in dit geval met een moeilijkheid geconfronteerd. Het is zinloos om hierbij te verwijzen naar het element ‘gelijke gevallen’ in artikel 1 van de Grondwet. Nu gaat het tenslotte niet om de vraag of de omstandigheden waarin men zich bevindt gelijk zijn, maar veeleer of men in een daaraan ten grondslag liggende, namelijk existentiële, zin een gelijk ‘geval’ is als een ander (menselijk) wezen. De hierboven gestelde vraag wat de gelijke behandeling van gelijke gevallen inhoudt, wordt dan ook niet verduidelijkt of vergemakkelijkt door erop te wijzen dat het steeds om mensen gaat.

In de film is het uitgangspunt dat werkgevers niet mogen discrimineren op grond van het genetische profiel van een sollicitant of werknemer. Ze blijken dit verbod echter te kunnen omzeilen; dat profiel bepaalt in de praktijk dan ook de perspectieven die een sollicitant of werknemer heeft. De hoofdpersoon kan zijn ambitie daardoor niet realiseren. De boodschap van de film is overigens dat dit laatste juist niet het geval is: het karakter wordt niet, of althans niet geheel, bepaald door de genen. De hoofdpersoon overstijgt daarmee de beperkingen waartoe hij in de ogen van anderen wordt gereduceerd. (De fundamentele vraag of het karakter al dan niet – volledig – genetisch wordt bepaald, ongeacht de kwestie van genetische manipulatie, valt buiten het bestek van deze bijdrage.) Hoe dan ook: naarmate de feitelijke gelijkheid verder uiteenloopt, neemt de gekunsteldheid van de norm van gelijke behandeling toe, zelfs als rekening wordt gehouden met het feit dat gelijke behandeling niet hetzelfde is als identieke behandeling. Dit betekent niet dat de norm van ‘gelijke behandeling’ opgegeven moet worden, maar het betekent wel dat sommige – al dan niet technologische – ontwikkelingen het realiseren van (een variant van) deze norm bepaald niet vereenvoudigen.

Over de auteurs

Jasper Doomen

Jasper Doomen is universitair docent staatsrecht en rechtstheorie aan de Open Universiteit

Reacties

Andere blogs uit deze reeks
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #22: Rechters en wetenschap
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #21: De toekomst en het verleden
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #20: De gepolariseerde benoeming van Brett Kavanaugh
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #19: Dante en de rechtsstaat: Heb de gerechtigheid lief
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #18: Kafka
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #17: Robert Alexy en proportionaliteit in Nederland
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #15: Het gevaar van overheidstoezicht en risicominimalisering
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #14: De rechtsstaat als ambtsstaat – hoofdrol voor het theater
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #13: Het bestuursrecht der werkelijkheid
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #12: Hoe de bestuursstaat te rechtvaardigen blijft
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #11: Het verhaal van het recht in een democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #10: Radbruch en de rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #9: Z-lofzang op de dappere politicus, ode aan de kritische pers
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #8: Preventieve sancties in de rechtstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #7: Locke en lockdown in Amsterdam
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #6: Onrechtstaat – Ahmet Altan, I will never see the world again
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #5: 60 jaar na eichmann in Jeruzalem
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #4: Wij slaven van Suriname
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #3: Turing, slimme technologie en vrijheid
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #2: De wet als partituur
Klassiekers democratische rechtsstaat
Klassiekers democratische rechtsstaat #1: Een ‘allochtoon’ in de hoge raad en loving