Terug naar overzicht

De participatiemaatschappij: een politieke blindganger


Waar zou Rutte aan gedacht hebben toen hij het woord participatiemaatschappij in de Troonrede liet zetten? Lege overheidskantoren, lege verpleeghuizen, lege politiebureau’s?

Het blijft gissen. De samenleving en de politiek zag bar weinig van de plannen van het kabinet om de samenleving te versterken. Wel het omgekeerde. De maatschappelijke stage zette dit kabinet bij het grof vuil. Mantelzorgers zijn in de systeemplannen van de staatssecretaris van Volksgezondheid vooral een instrument om zelfredzaamheid op te leggen. Het afschaffen van de blauwe envelop is een effectieve maatregel om ouderen naar de bibliotheek te krijgen. Een ommetje om de aangifte in te vullen. Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Hoezo?

De participatiemaatschappij van Rutte is bij uitstek een politieke blindganger. Grof geschut maar niet tot ontploffing gekomen. Dit kabinet heeft de participatiemaatschappij op geen enkele wijze mogelijk gemaakt, maar belemmert haar zelfs.

En laat ik nou wel iets van blindgangers afweten. Na mijn studies rechten en juridische bestuurskunde ben ik met veel plezier gaan werken bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Na enkele jaren besloot ik toch mijn meisjesdroom te volgen. Ik wilde altijd graag militair worden. Ik liet mij omscholen tot pelotonscommandant panzerhouwitzer. En panzerhouwitser zijn grote kanonnen die over lange afstanden schieten: van 2,5 tot 40 km. Ja, en heel soms heb je een blindganger.

Met mijn kerels en 1 vrouw ben ik met de panzerhouwitzer op uitzending naar Uruzgan, Afghanistan geweest. In Uruzgan hebben we de Australische, Nederlandse en Britse troep ondersteund. Daar realiseerde ik mij ook wat er gebeurt met een samenleving als mensen geen toekomst voor hun kinderen zien, de samenleving kapot is en de overheid al tientallen jaren afwezig is. De veiligheid ontbreekt. Meisjes, en soms ook jongens, kunnen niet naar school. De meest elementaire geneesmiddelen ontbreken, waardoor bijvoorbeeld jonge kinderen onnodig aan astma overlijden.

En natuurlijk vallen Nederland en Afghanistan compleet niet met elkaar te vergelijken. Maar dat neemt niet weg dat je ook in Nederland hard moet blijven werken aan voldoende veiligheid, goed onderwijs en toegankelijke zorg. Dat betekent naast een dienstbare overheid, vooral ook een vitale samenleving, waar mensen de ruimte krijgen en kunnen nemen om samen initiatieven te ontplooien zoals een nieuwe sportvereniging of het inrichten van een speeltuin.

Als CDA-er vind ik dat je dat dus niet doet door de samenleving als een instrument van overheidsbeleid te zien. In zo’n visie is de participatie-Nederlander een instrument om de overheidsdoelstelling van bezuinigingen te behalen. Deze instrumentele benadering van dit kabinet is heilloos. Initiatief van mensen laat zich niet vanaf bovenop opleggen. Dat ontstaat vanuit mensen die met elkaar in contact komen, enthousiasme delen en zaken willen oppakken.

De Ruttiaanse introductie van de participatiemaatschappij is zelfs schadelijk. Het degradeert maatschappelijk initiatief tot een financieel gedreven instrument, terwijl meedoen in de samenleving vooral gaat om hoe mensen met elkaar willen omgaan.

Het is tijd dat de explosieve opruimingsdienst deze blindganger ontmantelt. Dit kabinet moet het begrip participatiemaatschappij niet langer misbruiken, maar de invulling hiervan aan de samenleving overlaten. Terug naar de kern van de taak van de overheid. De overheid moet dienstbaar zijn aan de samenleving en ruimte scheppen voor het initiatief van mensen.

Een drietal voorbeelden.

  1. Het herinvoeren van de maatschappelijke stage. De maatschappelijke stage laat jongeren kennis maken met onderdelen van de samenleving die zij niet kennen. Dan gaat het om de zorg voor ouderen of het helpen in de vluchtelingopvang. Opvallend is dat veel jongeren daarna bij hun maatschappelijke stage als vrijwilliger actief blijven.
  2. Het weghalen van belemmerende regels voor vrijwilligers. Afgelopen tijd heb ik met vrijwilligersorganisaties de belemmerende regelgeving voor hen in kaart gebracht. Dat zijn er legio. De oplossingen liggen voor het grijpen. Die oplossingen heb ik met een initiatiefnota aan de de staatssecretaris voorgelegd. Schot voor open doel voor dit kabinet. Makkelijker kan ik het ook niet maken.
  3. Mantelzorgers zijn er niet voor dit kabinet, maar zijn er voor hun naasten, hun dierbaren. Voor mantelzorg kies je niet. Dat overkomt je. Driekwart van de mantelzorgers is overbelast. Mantelzorgers hebben meer zorg en ondersteuning nodig om voor hun dierbaren en henzelf meer kwaliteit van leven te houden. Dat zou de overheid meer voorop moeten stellen.

Kortom, de minister-president heeft de term participatiemaatschappij misbruikt ter rechtvaardiging van zijn eigen bezuinigingsbeleid. Dat is gemakzuchtig. Het is tijd dat de overheid met meer zorg en aandacht gaat kijken hoe initiatief vanuit de samenleving juist volop ruimte kan krijgen. Ik vind dat in een tijd waar polarisatie vaak leidend is, het van levensbelang is dat de overheid verbindt.

Ontmantel die blindganger. Maar ik verzeker u: dat is wel een vak, dat je moet beheersen.

Deze column werd voorgedragen tijdens het Politiek Café op 12 april 2016 en verscheen ook hier.

Over de auteurs

Hanke Bruins Slot

Hanke Bruins Slot is Tweede Kamerlid voor het CDA. Zij is woordvoerder voor de zorg, over de onderwerpen huisartsenzorg, ziekenhuiszorg, leefstijl (drank, tabak en drugs), preventie, GGZ en sport. Op het terrein defensie is zij woordvoerder Veteranen.

Reacties

Recente blogs
Volmachten ronselen: nieuwe regels voor een oud probleem
Promovendireeks 2023-2024
Promovendireeks #11: Mensenrechten en het sociale domein? Mogelijke spanningen tussen de Wmo 2015 en het IVESCR
Het vermeende ‘recht’ op het minister-presidentschap: de implicaties van de conventie van 1977