Terug naar overzicht

Vrijheid onder vuur


‘Alleen harde, keiharde maatregelen kunnen verder bloedvergieten voorkomen.’ Geert Wilders zei in reactie op de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs weer eens wat iedereen al dacht dat hij zou gaan zeggen. In Frankrijk zelf zag Marine Le Pen, leider van het Front National, aanleiding om de doodstraf van stal te halen. Het voordeel van de pavlov-reacties van de uiterst rechtse politici is dat ze naast voorspelbaar ook duidelijk zijn: zij willen een veel breder geweldsmonopolie voor de overheid, neigend naar een totalitaire staat. Op die manier denken zij onze vrijheid te moeten beschermen.

Als natie hebben wij plotseling iets te beschermen, onze manier van leven wordt bedreigd

Toch is het creëren van een totalitaire staat niet alleen een zaak van extreem-rechts. De ‘war on terror’ zoals die het afgelopen decennium in het Westen vorm krijgt, toont dit aan. De dag na 9/11 ging de approval rate van Bush jr. omhoog van een gemiddelde van 60%, naar 90% onder de Amerikaanse bevolking. Opvallend was dat de grootste stijging in waardering toenam onder Democrats, van 25% naar 80%. [link] Ongeacht de politieke verschillen tussen burgers, zodra er een dreiging van buiten is stijgt het gevoel van saamhorigheid onder bevolkingsgroepen. Als natie hebben wij plotseling iets te beschermen, onze manier van leven wordt bedreigd. Hard, zelfs keihard, ingrijpen door de overheid lijkt de aangewezen methode om die manier van leven te behouden. Terrorism breeds statism.

In Nederland werd in 2003 het bestanddeel ‘terrorisme’ toegevoegd aan het wetboek van strafrecht. Terrorisme moet immers hard worden aangepakt. Dat heeft niet alleen gevolgen voor veroordeelden – terroristen zitten doorgaans ook niet zo in over de hoogte van hun straf – maar ook voor verdachten. Een gewone verdachte mag maximaal 90 dagen vastzitten voordat er een proces plaatsvindt; iemand die van terrorisme wordt verdacht kan door constante verlenging tot twee jaar vastzitten zonder proces. Daarvoor is geen veroordeling nodig, slechts een verdenking.

Bovendien is met de invoering van de term ‘terrorisme’ een belangrijk principe losgelaten. Voor het eerst speelt het – vermoedelijke – motief achter een daad een rol in de beoordeling van een misdrijf. Wordt iemand verdacht van moord, of van moord met een terroristisch oogmerk? Schiet je iemand door zijn hoofd omdat je z’n geld wil, dan krijg je een lagere straf dan wanneer je dat doet om ‘de samenleving angst aan te jagen.’ Het resultaat is hetzelfde, maar een verdenking van zo’n terroristisch oogmerk komt verdomde goed uit als je niet genoeg bewijs tegen een  verdachte hebt weten te verzamelen.

Na de curieuze aanpassing van het wetboek van strafrecht was de weg vrij voor invoering van meer vrijheidsbeperkende maatregelen. Preventief fouilleren en de identificatieplicht werden ingevoerd onder het mom van ‘wie niets te verbergen heeft, heeft ook niets te vrezen.’

Veelzeggend is de naamsverandering van  het Ministerie van Justitie, dat sinds 2010 het Ministerie van Veiligheid en Justitie heet. Waar Veiligheid eerst tot het takenpakket van Binnenlandse Zaken behoorde, kregen staatssecretaris Teeven en minister Opstelten onder Rutte I die taak er naast ‘Justitie’ gewoon bij. Dat terwijl Justitie en Veiligheid steeds vaker conflicterende belangen blijken. Dat is niet vreemd: het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafverordening zijn ooit geschreven om de burger te beschermen tegen willekeur van de overheid. Er staan maximumstraffen in, geen minimumstraffen. Goed dat de overheid ons een beetje in het gareel probeert te houden en hier en daar corrigeert in het belang van de algemene veiligheid, maar wel altijd beperkt door het strafrecht.

Justitie en veiligheid blijken steeds vaker conflicterende belangen

 

Het feit dat de minister van Justitie nu ook de verantwoordelijkheid voor de Veiligheid in het land moet dragen, maakt dat de waarborgen van Justitie een ondergesneeuwd kindje worden. Zit een verdachte te lang in voorarrest? Ongetwijfeld, maar ja, die nationale veiligheid is ook belangrijk. Dat is gemakkelijker aan je eigen ministerie te verantwoorden dan aan dat van een ander. Privacybezwaren worden aan de kant geschoven en er worden grove, ongerichte risicoprofielen gemaakt van elke Nederlander. Nergens worden zoveel telefoons afgetapt als in Nederland. Persoonsgegevens worden veel langer opgeslagen dan toegestaan in Europese wetgeving. Wie een koevoet of schroevendraaier koopt wordt op video gezet en kan vragen van de politie verwachten. De lijst met discutabele maatregelen wordt langer en langer.

Politiek beleid dat in tijden van rust tot grote weerzin zou leiden onder de bevolking kan, terwijl de bevolking nog in een state of shock verkeert, rustig worden doorgevoerd. Dit zagen we eerder toen een maand na 9/11 de neoconservatieve agenda moeiteloos door de overwegend democratische senaat kwam, met slechts één enkele tegenstem, terwijl de beelden van de instortende towers in de media eindeloos werden herhaald. Tijdelijke wetten die onder het mom van bescherming tegen terrorisme werden ingevoerd, zogenaamde ‘sunsets’, bleken achteraf niet tijdelijk, maar permanent. Gereautoriseerd en uitgebreid door zowel conservatieve (2005) als progressieve presidenten (2011). Instanties als de National Security Agency (NSA) weten de lappendeken van antiterreurwetten slim toe te passen. Door section 206 van de PATRIOT Act werd ‘surveillance’ een ruimte- en tijdloos concept, waardoor iedereen, overal en altijd afgeluisterd kon worden, resulterend in tijdelijke publieke verontwaardiging rondom de Snowden-affaire.

Wat betekenen al deze Amerikaanse toestanden voor de strijd tegen terrorisme in Europa? In ieder geval betekenen aanslagen door ideologische buitenstaanders dat mensen over het algemeen, ongeacht ideologische oriëntatie, bij het handje genomen willen worden. Dit leidt ertoe dat politici de terroristische daad en de angst onder de bevolking kunnen inzetten als breekijzer om wetgeving door te voeren die al langer op stapel lag, maar in rustiger tijden zou zijn afgeschoten door de Volksvertegenwoordiging. Immers, de politicus die tegen harde maatregelen is ontkent de ernst van het onrecht dat de maatschappij is aangedaan, daar kom je in een televisiedebat niet onderuit. Tot slot is een terreurdaad met ideologische roots in een ver buitenland een motivatie om dat buitenland te ‘herstructureren’ naar de eigen ideologie. Het uitroeien, ‘met wortel en tak’, van de dreiging voor de natiestaat, zoals dat zo helder in de conservatieve media is verwoord. Hoe dat uitroeien moet gebeuren is dan weer niet zo duidelijk. Na tien jaar militaire interventie in het Midden-Oosten met zes miljard budget is die democratie er nog steeds niet.

Wilders roept alvast op tot het inzetten van militairen. De militarisering van politie in Amerika explodeerde na de aanslagen van 11 september. Sindsdien zijn er in de Verenigde Staten meer dan 5000 burgerdoden gevallen door excessief politiegeweld, meer dan het aantal slachtoffers van 9/11. Een andere, minder bloeddorstige manier om terrorisme tegen te gaan is simpelweg ophouden betrokken te zijn bij militaire acties in die buitenlanden waarmee potentiële terroristen zich etnisch of ideologisch verbonden voelen. There’s nothing on that high moral ground but more corpses.

De militarisering van politie in Amerika explodeerde na 9/11

 

Kenmerkend voor een sluimerende rampzalige politieke situatie is dat er slechts twee mogelijkheden zijn. Voor of tegen Vrijheid, voor of tegen het Westen, voor of tegen Verlichting. Pacifisme wordt weggezet als anti-patriottisch. Of zoals op Jalta.nl werd gesteld: ‘Nu is het oorlog. Wie dat ontkent is de vijand.’ ‘The people can always be brought to the bidding of the leaders. That is easy. All you have to do is tell them they are being attacked and denounce the pacifists for lack of patriotism and exposing the country to danger. It works the same way in any country.’ Aldus Hermann Göring.

Er wordt de laatste dagen veel geopperd dat ‘de terroristen hebben gewonnen’ als media zichzelf censureren. Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht. H.M. van Randwijk werd weer gulzig geciteerd. Het is de vraag of die zelfcensuur inderdaad de ultieme overwinning is voor terroristen en voor niemand anders. Terroristen hebben de laatste veertien jaar al genoeg trofeeën bemachtigd. Een bevolking zwicht voor tirannen als het de eigen regering de macht geeft zich op te stellen als tiran en haar burgerlijke vrijheden in te perken onder het mom van vrijheid en veiligheid. Als er bereidheid is die ruil te maken, dan is het licht reeds gedoofd.

Dit artikel verscheen op 09-01-2015 ook op deFusie.net

Over de auteurs

Thomas Hogeling

Thomas Hogeling (1986) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is onder andere redacteur bij De Speld en webredacteur bij de Volkskrant. Daarnaast is hij mede-oprichter van tekstbureau Hotel Content.

Andrea Speijer-Beek

Andrea Speijer-Beek (1988) is filosoof. Momenteel specialiseert zij zich aan de Vrije Universiteit in de bioethiek met de onderzoeksmaster Philosophy, Bioethics and Health.

Reacties

Andere blogs van Thomas Hogeling & Andrea Speijer-Beek
Kok in het kalifaat