Terug naar overzicht

Honger en de grondwet


Op dit moment zijn er 890 miljoen ondervoede mensen ter wereld. Dit betekent dat één op de acht mensen niet genoeg te eten krijgt om normaal te kunnen functioneren. Hiermee is honger en ondervoeding het grootste gezondheidsrisico ter wereld. Vaak wordt beweerd dat Nederland een rijk land is waar honger en armoede nauwelijks voorkomt. Het tegendeel is echter waar. In Nederland leeft meer dan een miljoen mensen op dit moment op of onder de armoedegrens.

De noodklok is geluid. Er is dringend hulp nodig. In oktober 2013 kwam het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa met een aanbeveling aan de Nederlandse regering dat voorkomen moet worden dat Nederland in een situatie van armoede terechtkomt. Het recht op voedsel is in een groot aantal verdragen, waaronder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 1948 en het VN-Kinderverdrag, opgenomen als mensenrecht. Dit blijkt echter geen afdoende waarborg te zijn, gelet op het feit dat dit het meest geschonden mensenrecht ter wereld is. Om wel afdoende waarborgen te bieden dient Nederland, naar mijn mening, het recht op voedsel op te nemen bij de sociale, economische en culturele rechten in de Nederlandse Grondwet. Het recht op voedsel moet als inspanningsverplichting voor de overheid gaan gelden. Dit houdt in dat de overheid zorg moet dragen voor richtlijnen en toezicht om een adequate naleving van het recht op voedsel te realiseren. Deze overheidsinterventie dient plaats te vinden op het gebied van beschikbaarheid van voedsel, voedselkwaliteit en voedselveiligheid. Hiermee wordt een collectieve verantwoordelijkheid gecreëerd. Ook in het regeerakkoord van oktober 2012 wordt benadrukt dat Nederland prioriteiten moet stellen op het gebied van voedselzekerheid. Nederland moet blijven samenwerken met organisaties die zich inzetten voor het recht op voedsel, dit ter bescherming van consumentenbelangen en de levensmiddelenhandel.

Naast een inspanningsverplichting voor de overheid geeft het recht op voedsel in de Grondwet garanties omtrent de economische toegankelijkheid van voedsel.  Wereldwijd zijn de voedselprijzen met 32 procent gestegen ten opzichte van 2011. De stijgende voedselprijzen in combinatie met de kredietcrisis hebben ertoe geleid dat een groot aantal burgers in een situatie van honger, ondervoeding en armoede terecht is gekomen. De Nederlandse Staat heeft ter voorkoming van deze situatie in 2002 de voedselbank in het leven geroepen. Op dit moment zijn er 149 voedselbanken in Nederland. In 2013 zijn er 1,8 miljoen voedselpakketten uitgedeeld aan 35 duizend huishoudens. De kredietcrisis heeft de voedselbanken echter niet ongeschonden  gelaten. Op het moment is het nauwelijks meer mogelijk om adequate voedselpakketten samen te stellen. De pakketten worden minder gevuld en producten met goede voedingswaarden worden steeds vaker buiten de pakketten gelaten. Al met al heeft Nederland met de invoering van voedselbanken een flinke stap in de goede richting gezet. Met de invoering van een recht op voedsel in de Grondwet kan overheidssteun aan mensen die op of onder de armoedegrens leven verbeterd worden. De overheid zou bijvoorbeeld bij kunnen springen via het subsidiëren van voedselbanken. Daarnaast kan met een grondwettelijke waarborg de regering gedwongen worden tot het inschakelen van het voedselhulpprogramma van de Europese Unie. In dit programma is een regeling opgenomen op grond waarvan overheden gratis voedsel kunnen uitdelen aan hun burgers die het meest behoeftig zijn. De Nederlandse overheid heeft tot op heden hier nog geen gebruik van gemaakt, terwijl het aantal behoeftigen in Nederland alsmaar stijgt.

Niet alleen de economische toegankelijkheid, maar ook de adequaatheid van voedsel kan met een grondwettelijk recht op voedsel verbeterd worden. Het Nederlandse voedsel voldoet niet in alle gevallen aan de geldende Nederlandse en Europese wet- en regelgeving. Een recent voorbeeld is het paardenvleesschandaal uit 2013. Paardenvlees is vermengd met rundvlees en wordt op de markt verkocht als ‘puur’ rundvlees. Het is onduidelijk wat er allemaal met dit vlees gebeurt. Via een grondwettelijke waarborg kan gerealiseerd worden dat de overheid toezicht gaat houden op de kwaliteit en veiligheid van voedsel. Op dit moment voeren bedrijven veelal zelf controle uit op de kwaliteit en veiligheid van hun producten. Om de kwaliteit en veiligheid van voedsel beter te kunnen garanderen moet deze controle verplaatst worden van particuliere bedrijven naar overheidsinstellingen. Overheidsinstellingen hebben meer kennis en expertise dan particuliere bedrijven om de voedselindustrie te controleren op Nederlandse en Europese wet- en regelgeving. Tevens is het van belang dat burgers geen eigen regels omtrent kwaliteit en veiligheid van voedsel meer op mogen stellen. Uit onderzoek is gebleken dat één miljoen Nederlandse moslims denken dat ze Halal vlees eten, de meerwaarde hiervoor betalen, maar dit uiteindelijk niet op hun bord krijgen. Dit is het gevolg van verkeerde richtlijnen in de voedselindustrie. Door strengere interventie en toezicht van de overheid kunnen dergelijke misstanden worden voorkomen en kan het recht op adequaat voedsel worden gegarandeerd. Met een grondwettelijke bepaling kan de naleving van de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving beter gecontroleerd worden. Hierdoor worden overtreders eerder en harder gestraft. Het loont niet meer om de regelgeving te omzeilen. Het gevolg hiervan is dat de kwaliteit en veiligheid van voedsel verbeterd wordt, doordat strikte naleving van voorschriften plaatsvindt.

In de Nederlandse Grondwet ligt het recht op voedsel impliciet besloten in een aantal bepalingen, onder andere in artikel 22. Op grond van dit artikel dient de overheid zorg te dragen voor schoon en veilig voedsel. De waarborgen omtrent armoede en honger, welke wel ten grondslag liggen aan het grondwettelijk recht op voedsel, kunnen niet met art. 22 Gw gegarandeerd worden. Door middel van een extra grondwettelijke waarborg, in de zin van een recht op voedsel, wordt de overheid uitdrukkelijk gewezen op haar inspanningsverplichting omtrent economische en kwaliteitsgaranties van voeding, waardoor voedselschandalen en onevenredige voedselprijzen voorkomen kunnen worden.

Al met al kan gesteld worden dat voorkomen moet worden dat Nederland in een situatie van armoede terecht komt. Naar mijn mening kan dit het beste geschieden door het recht op voedsel op te nemen bij de sociale, economische en culturele rechten in de Nederlandse Grondwet. Door middel van een grondwettelijke waarborg wordt een inspanningsverplichting voor de overheid gecreëerd. Dit houdt in dat de overheid zorg moet gaan dragen voor richtlijnen en toezicht om een adequate naleving van het recht op voedsel te realiseren. Tevens wordt de overheid verplicht bij te dragen aan economische toegankelijkheid en adequaatheid van voedsel. Hierdoor worden verbeterde garanties tegen een situatie van honger en armoede gegeven.

Over de auteurs

Maartje van der Heijden

Maartje van der Heijden is student rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg

Reacties

Recente blogs
Volmachten ronselen: nieuwe regels voor een oud probleem
Promovendireeks 2023-2024
Promovendireeks #11: Mensenrechten en het sociale domein? Mogelijke spanningen tussen de Wmo 2015 en het IVESCR
Het vermeende ‘recht’ op het minister-presidentschap: de implicaties van de conventie van 1977